18 juli 2011 – Hof laat aanklacht door familieleden toe: de Irakese premier Maleki en drie hoge militaire officieren worden beschuldigd van ernstige schendingen van het internationaal recht.
Het Hooggerechtshof in Spanje heeft het strafrechtelijk onderzoek van het bloedbad van 8 april 2011 op de Iraanse oppositie in Ashraf op zich genomen, aldus heeft de bevoegde onderzoeksrechter Fernando Andreu (foto) op 14 juli aangekondigd. Op 8 april veroorzaakten Irakese troepen op verzoek van het regime in Teheran een bloedbad in Kamp Ashraf ten noorden van Bagdad. De militaire aanval eiste 36 doden – waaronder acht vrouwen – en meer dan 300 gewonden onder de burgers die er wonen.
Drie hoge Irakese militaire bevelhebbers worden volgen het gerechtelijk besluit van 11 juli 2011 door het Hooggerechtshof van Spanje op 3 oktober gedagvaard in deze zaak. Hierbij is ook de opperbevelhebber van de Irakese grondtroepen, generaal Ali Geidan, die bevel gaf tot de aanval van 8 april. De Irakese premier Nouri al-Maliki wordt ook opgeroepen zodra hij niet meer in functie is en zijn juridische immuniteit daardoor is opgeheven. Dit is de eerste keer dat er door de Spaanse justitie een onderzoek wordt ingesteld tegen een Irakese minister-president wegens ernstige schendingen van het internationaal recht.
De Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties in Irak, Ad Melkert, en Struan Stevenson, lid van het Europees Parlement en voorzitter van de delegatie van het Europees Parlement voor betrekkingen met Irak, zullen als getuigen in deze zaak geraadpleegd worden.
Het Hooggerechtshof in Spanje heeft eerder ook al een andere militaire aanval op burgers in Ashraf onderzocht. Op 28 juli 2009 werd Kamp Ashraf bestormd door Irakese troepen waarbij buitensporig geweld werd gebruikt. Daarbij werden 11 vluchtelingen gedood en meer dan 500 gewond, waaronder veel vrouwen. Verder werden 36 willekeurige kampbewoners gearresteerd en meer dan twee maanden gevangen gehouden. In november 2009 hebben familieleden van de Iraanse ballingen die in Ashraf wonen in Spanje een aanklacht ingediend tegen de Irakezen die verantwoordelijk waren voor de aanslagen van juli 2009.
De Spaanse wet bepaalt dat ernstige misdrijven, die buiten Spanje gepleegd zijn, in Spanje aangegeven en behandeld kunnen worden, indien het vermoeden bestaat dat de plaatselijke justitie deze niet zal vervolgen. Volgens het besluit van het Spaanse hof zijn de aanvallen op het kamp een schending van de bepalingen van het Verdrag van Genève betreffende het beschermen van burgers in oorlogstijd. Aan de Iraanse ballingen in Ashraf werd in 2004 volgens de Vierde Conventie van Genève de status van “internationaal beschermde personen” toegekend.
Volgens persberichten