Widney Brown, directeur van Internationale Wetgeving en Beleid van Amnesty International

Dinsdag 6 maart 2012

Mensen zouden zich wereldwijd solidair moeten tonen met de dappere vrouwen die een belangrijke rol hebben gespeeld in de opstanden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, aldus Amnesty International.
De organisatie roept haar medestanders voorafgaand aan de Internationale Vrouwendag op 8 maart op om boodschappen met steunbetuigingen te sturen naar vrouwen in de regio. Naar verwachting zullen er duizenden individuele acties uitgevoerd worden, met de focus op vier landen – Iran, Saudi-Arabië, Syrië en Jemen – waar vrouwen het hart van de oproepen tot hervormingen vormen, maar nog steeds een breed spectrum van vrouwenrechten onder druk staat.

In Noord-Afrika, waar in 2011 gedenkwaardige gebeurtenissen plaatsvonden, heeft politieke verandering nog geen positieve gevolgen had voor de rechten van vrouwen. ‘In heel het Midden-Oosten en Noord-Afrika zijn vrouwen een inspiratiebron voor verandering geweest en zijn ze opgestaan tegen onderdrukkende regimes om fundamentele mensenrechten te verdedigen en hervormingen en gelijkheid te propageren,’ zei Widney Brown, de directeur van Internationale Wetgeving en Beleid van Amnesty International. ‘Op deze Internationale Vrouwendag tonen we ons solidair met deze dappere vrouwen om hen te steunen in hun strijd voor mensenrechten en vrijheid en hun te laten merken dat de wereld op dit historische moment achter hen staat.’

Gevangengezet in Iran voor het opkomen voor vrouwenrechten

Iraanse vrouwen speelden een belangrijke rol bij de massale protesten rond de verkiezingen in juni 2009, toen ze zich opwierpen als pleitbezorger voor een grote verscheidenheid aan hervormingen op het gebied van de mensenrechten, waaronder meer vrijheid voor vrouwen. De vrouwen in het land moeten echter nog steeds een hoge prijs betalen voor hun vreedzame werk.

Nasrin Sotoudeh, een gewetensgevangene en mensenrechtenadvocaat, zit een gevangenisstraf van zes jaar uit (aanvankelijk was dat elf jaar, maar in hoger beroep is dat teruggebracht tot zes jaar) op beschuldiging van ‘propaganda’ en lidmaatschap van een ‘verboden’ organisatie – het Centrum voor Mensenrechtenverdedigers. Ze ontkent de aantijgingen.

Ze is een mensenrechtenadvocaat die onder anderen de Nobelprijswinnares Shirin Ebadi heeft verdedigd. Daarnaast mag ze tien jaar lang haar vak niet uitoefenen. De autoriteiten van de beruchte Evin-gevangenis in Teheran hebben haar herhaaldelijk in een isoleercel gestopt en haar kinderen de mogelijkheid ontnomen om haar te bezoeken – het meest recent afgelopen maand nog.
Amnesty International doet de Iraanse autoriteiten opnieuw het dringende verzoek Nasrin Sotoudeh onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten. (Amnesty International, 6 maart 2012)