11 mei 2012 – Het oproepen tot moord onder religieuze voorwendselen is, net zoals massa-executies, een middel van het regime in Iran om angst te zaaien onder de bevolking en eventueel verzet in de kiem te smoren. Een Iraanse groot-ayatollah heeft d.m.v. een fatwa het doodvonnis uitgesproken tegen de in Duitsland wonende rapper Shahin Najafi (foto).
De 31-jarige muzikant zou in een nummer de tiende Imam van de sjiitische moslims beledigen. In het door de staat gerunde nieuwsagentschap FARS stond op 9 mei dat groot-ayatollah Ali Safi Golpayegani de song interpreteerde als godslastering. In de fatwa worden niet alleen sjiieten, maar ook andere moslims opgeroepen om de man te doden en “voor altijd naar de hel te sturen.”
Najafi was in Iran een ondergrondse muzikant en politiek activist voor hij in 2005 naar Duitsland emigreerde. Vooral vanwege zijn anti-islamitische teksten staat Najafi in Iran al lange tijd bovenaan op de zwarte lijst van dissidenten.
De zaak doet denken aan het doodvonnis van een Iraanse groot-ayatollah tegen de Britse schrijver Salman Rushdie. In februari 1989 heeft de voormalige Iraanse religieuze leider Khomeini een decreet uitgevaardigd tegen de in India geboren Rushdie wegens godslastering in zijn boek “De Duivelsverzen”. Rushdie stond meer dan twaalf jaar onder politiebescherming en was al die jaren bang voor zijn leven.
Dergelijke moordoproepen onder religieuze voorwendselen zijn, net zoals massa-executies, een middel van het regime in Iran om angst te zaaien onder de bevolking en eventueel verzet in de kiem te smoren. Het aanzetten tot moord is een ernstig misdrijf en een schending van het belangrijkste mensenrecht, het recht op leven.