De Iraanse schrijver Arzhang Davoodi die gevangen zit vanaf Oktober 2003 werd naar afdeling 209 overgebracht in de Evin gevangenis in Tehran. Daar zou hij, naar men vreest, worden gemarteld of op een andere wijze slecht behandeld. Hij wordt op 28 Augustus voor het gerecht gebracht waar hem vijandigheid jegens God ten laste wordt gelegd, een nieuwe aanklacht (moharebeh), als gevolg van zijn vreedzame politieke getuigenis.

Vanaf het begin van zijn gevangenschap heeft Arzhang Davoodi in verscheidene gevangenissen gezeten in Iran, zoals de Bander Abbas gevangenis, de Hormozgang gevangenis, 1500 kilometer ten zuiden van zijn woning in Teheran, de Rea I Shahr gevangenis in Karaj en ook de Evin gevangenis met inbegrip van afdeling 209 waarvan men gelooft dat die staat onder toezicht van het ministerie van inlichtingen.
Gevangenen melden vaak dat zijn worden gemarteld of op andere wijze slecht behandeld in deze afdeling van de Evin gevangenis, en hij heeft een bange tijd doorgebracht in langdurige opsluiting, nadat hij gevangen werd genomen. Nadat hij naar afdeling 209 werd overgebracht, heeft Arzhang Davoodi zijn gezien niet meer gezien.

Op 28 agustus moet Arzhang Davoodi verschijnen voor afdeling 15 van het revolutionaire hof van Teheran waar hem vijandschap jegens God wordt ten laste gelegd. Deze aanklacht kan leiden tot een doodvonnis.

De zestigjarige Arzhang Davoodi werd in Oktober 2003 aangehouden wegens deelname aan een documentaire: Verboden Iran “  waarin hij zich uitsprak tegen schending van de mensenrechten in Iran. In een rechtszitting in 2005 werd hij veroordeeld tot 15 jaar gevangenschap en 75 zweepslagen door het revolutionaire gerechtshof op grond van eht verspreiden van propagenda tegen het bewind door een beweging op te richten en te leiden tegen de regering, als directeur van de instelling voor culturele vorming “Parto e Hekmat” en eveneens voor zijn deelname aan de vormgeving van de documentaire en ook dat hij schreef over een niet godsdienstig regeringsbestel in Iran.
De geseling waartoe hij was veroordeeld is nog niet uitgevoerd.

Schrijf als het u belieft onmiddellijk in het Engels of Arabisch of in uw eigen taal, waarbij u er bij het Iraanse gezag op aandringt om Arzhang Davoodi onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten. Want hij is een gewetensgevangene die alleen gevangen zit op grond van zijn verlangen naar vrijheid om zijn mening te uiten, en naar vrijheid van vereniging en vergadering, in zijn geschriften en politieke optreden.
Dring er bij hen op aan om Arzhang Davoodi te beschermen tegen foltering of andere mishandelingen en hem te voorzien van de noodzakelijke medische bijstand en dat hij onmiddellijk zijn gezin en zijn advocaat mag bezoeken.

De SMV heeft ook begrepen dat de vrouw van Arzhang Davoodi, Nazanin Davoodi werd bang gemaakt en onder druk gezet door de Iraanse heersers omdat zij optrad ten bate van haar echtgenoot nadat hij was gevangen gezet, onder andere door zich uit te spreken tegenover verslaggevers in het buitenland over de zaak van haar man. In 2011 zond de Iraanse staatstelevisie een zogenaamde bekentenis uit van Nazanin Davoodi over haar optreden ten bate van haar man. Sindsdien heeft Nazanin Davoodi weinig contact gehad met haar man ten gevolge van voortdurende druk van de kant van de machthebbers.

De documentaire “verboden Iran” werd in het geheim opgenomen. De film werd in december 2003 wijd uitgezonden in Noord Europa en in Januari 2004 in Noord Amerika. Arzhang Davoodi heeft geholpen bij het ontstaan en de vorming van de film en was een van de deelnemers bij een vraaggesprek dat werd verfilmd. Tijdens dit gesprek sprak hij over politieke gevangenen en de dood in gevangenschap van de Canadees Iraanse fotojournalist Zahra Kazemi.

De strafpleiter van Arzhang Davoodi was Mohammed Ali Dadkhah die mede het centrum voor verdedigers van mensenrechten heeft opgericht , werd zelf veroordeeld in Juli 2011 tot negen jaar gevangenis op grond van aanklachten als zou hij betrokken zijn geweest bij pogingen om op zachte wijze de regering af te zetten omdat hij zich bezig hield met propagenda tegen het bewind. Mohammed Ali Dadkhah werd verboden om les te geven en mag zijn beroep als strafpleiter 10 jaar lang niet uitoefenen. Mohammed Ali Dadkhah kreeg 28 April 2012 bericht dat een hof van beroep het vonnis had bevestigd. Op het ogenblik is Mohammed Ali Dadkhah vrij hoewel hij ieder ogenblik opgeroepen kan worden om zijn straf uit te zitten. Amnesty International gaat er van uit dat hij is gedwongen om de zaken waar hij mee bezig was, aan vakgenoten over te geven, met inbegrip van de zaak Arzhang Davoodi.