De UNAMI * en de huidige Speciaal Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal  (verder aangeduid met de letters SRSG) van de VN voor Irak, die vandaag voor het eerst sinds de massaslachting van zondag jongstleden Camp Ashraf bezoeken , hebben een dringend verzoek ontvangen van de voormalig VN adviseur betreffende Camp Ashraf om te staan voor de waarheid over de massaslachting aldaar.
Tahar Boumedra, voormalig chef van het bureau Mensenrechten van de UNAMI en voormalig adviseur van de SRSG over Ashraf, schreef in een open brief aan de huidige SRSG: “Ik verzoek de huidig SRSG dringend de moed te hebben om te staan voor de waarheid. De geschiedenis zal jacht maken op een ieder die de waarheid wil verbergen betreffende de wederrechtelijke executies van 52 weerloze burgers.”

 

Bij dezen de integrale tekst van de open brief:  
Open brief aan de UNAMI  en huidig SRSG in Irak door Tahar Boumedra, voormalig chef van het UNAMI Mensenrechtenbureau en voormalig adviseur van de SRSG betreffende Ashraf-gerelateerde zaken, 1 september 2013.


De schokkende aanval vandaag tegen de 100 bewoners die nog in Camp Ashraf wonen, als geautoriseerde verzorgers van de gemeenschappelijke en persoonlijke bezittingen van het Kamp, was voorspelbaar en te voorkomen geweest. Het was voorspelbaar omdat de VN, de VS, de EU en de rest van de internationale gemeenschap best wel wisten dat Premier al-Maliki niet zou aarzelen geweld te gebruiken, hij was ook niet verantwoordelijk gehouden voor zijn geweldsgebruik van voor deze aanval. Hij deed dat al op 28 en 29 juli 2009 en herhaalde het op 8 april 2011. De Irakese veiligheidstroepen drongen het kamp binnen en vermoordden in totaal 47 bewoners. In beide gevallen was ik belast met de waarheidsvindingsmissies en heb ik gerapporteerd dat de Irakese veiligheidstroepen verantwoordelijk waren voor wederrechtelijke doding. Zowel de UNAMI als het bureau van de Hoge Commissaris voor mensenrechten riepen de regering van Irak op tot het ondernemen van een onafhankelijk onderzoek over de dodingen die daar gebeurd waren, zonder resultaat. Noch de UNAMI noch het OHCHR heeft ooit de aanvraag voor dat onafhankelijke onderzoek gehonoreerd.Het was te voorkomen geweest  wanneer de beloften, gegeven door voormalig SRSG Martin Kobler in zijn Memorandum of Understanding van 25 december 2011, vervuld waren geweest. Ik schrijf deze brief de avond voor u Camp Ashraf bezoekt. U bent zich geheel  ervan bewust dat de regering van Irak alle moeite zal doen haar misdaden te verhullen? Zij zullen elke betrokkenheid ontkennen en de schuld bij de Ashrafbewoners neerleggen. Op basis van vorige ervaringen kunt u weten dat zij u expres verkeerde informatie zullen verstrekken. U weet ook dat er een neiging is binnen de UNAMI het Irakese bewind niet uit te dagen.

Maar ik verzoek u dringend: zet al deze overwegingen opzij. Wat er vandaag gebeurd is, is in alle definities misdaad tegen de menselijkheid. Laat feiten de basis zijn van uw rapport en niet valse informatie om de Irakese regering een plezier te doen. Laat uw geweten  u leiden betreffende deze humanitaire missie en niet politieke opportuniteit.

Wat dit aangaat, wil ik mijn eigen ervaringen met u delen: op vrijdag 8 april 2011, terwijl de aanval door het Irakese leger tegen Ashraf aan de gang was en er al 17 bewoners gedood waren, gingen de vice SRSG Jerzy Skuratowicz en ik naar de Irakese Nationaal Veiligheids Adviseur Faleh Fayyadh, naar zijn huis, en drongen hem om een order te geven de aanval direct te stoppen. Hij ontkende geheel dat er een aanval plaats had. Ik vroeg hem vervolgens mij te autoriseren Camp Ashraf diezelfde dag te bezoeken voor een waarheidvindingsmissie. Hij weigerde mij dit. Uiteindelijk regelde ik een missie op 13 april en verzamelde zaken die zouden bewijzen dat de Irakese veiligheidstroepen aangevallen hadden en daar 36 bewoners hadden gedood. Op 14 april 2011 rapporteerde ik naar het bureau van de Premier in tegenwoordigheid van Faleh Fayyadh, George Bakkoos, politek adviseur van de premier, Dr. Hamed Ahmad, chef staf van het bureau en de veiligheidsofficieren Haqqi en Sadeq. Bij mij was van de kant van de VS de ambassadeur Lawrence Butler, de politiek adviseur van de Generaal van de VS troepen in Irak. De heer Fayyadh verwierp de aanvraag tot een onafhankelijk onderzoek. De internationale gemeenschap heeft de Irakese regering nooit onder druk gezet om zo’n onderzoek te laten doen en de daders zijn fijn ongestraft gebleven.

Wanneer ik nu, vandaag, de persverslagen lees over deze nieuwe aanval op de Ashraf-bewoners, die achtergebleven zijn als verzorgers van de eigendommen, gebaseerd op een viervoudige overeenkomst tussen  hen, de UNAMI, VS en de Irakese regering, ben ik geschokt maar niet verrast. Ik wist dat dit er aan zat te komen en heb ertegen gewaarschuwd in een publieke verklaring afgelopen maand. Hoe dan ook, wat op 1 september gebeurd is, is ongelofelijk. Om mensen te arresteren, ze te handboeien en ze in het gezicht en in de ogen te schieten; te schieten op de gewonden terwijl ze voor hun leven rennen naar de nabij zijnde kliniek, dat is volgens alle maatstaven een misdaad tegen de menselijkheid. Uitvoerders van zulke weerzinwekkende misdaden moeten naar de rechter om hun daden te verantwoorden.

Camp Ashraf is sinds 1 januari 2009 onder strikte controle van het Irakese leger. UNAMI is volledig op de hoogte dat er niets het Kamp in kan zonder hulp van hen of de Irakese politie. Er kan niets daar gebeuren zonder deelname van het Irakese leger. Daardoor ligt de bal nu op de helft van de Irakese overheid, die de massaslachting moet verantwoorden. U weet alles van deze feiten, en u weet ook van de valse rapportages van UNAMI onder SRSG Kobler. Ik vertel u niets dat u nog niet weet.

Maar ik herinner u aan de grote verantwoordelijkheid die op uw schouders rust vandaag. Fouten maken in de rapportage van de waarheid, onder welke voorwaarde en rechtvaardiging ook, zal de basis leggen voor meer bloedvergieten.  Als voormalig UNAMI-ambtenaar , die ruim drie jaar het dossier over Ashraf onder zich had, dring ik er bij UNAMI en de huidige SRSG, die morgen, 2 september, de plaats delict bezoeken, op aan echt onpartijdig  te zijn in hun waarheidsonderzoek. Maak uw bevindingen direct beschikbaar voor de internationale gemeenschap en weersta de inschikkelijkheid en straffeloosheid. Ik roep de SRSG op de moed te hebben voor de waarheid te staan. De geschiedenis zal je opjagen wanneer je de waarheid wilt verbergen over de wederrechtelijke executies van 52 weerloze burgers.

Tahar Boumedra
Voormalig  Chef van het Bureau Mensenrechten bij de UNAMI en voormalig adviseur van de SRSG betreffende Ashraf gerelateerde zaken
*UNAMI staat voor:  United Nations Assistance Mission on Iraq, vertaald in het Nederlands: De assisterende missie betreffende Irak vanuit de Verenigde Naties