Martin Patzelt: “Wij zijn door onze grondwetten verplicht de mensenrechten te respecteren, en deze verantwoordelijkheid houdt niet op bij onze nationale grenzen, noch  bij de buitengrenzen van de Europese Unie. Deze verplichting is universeel, en is zoals bekend vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Mensenrechten moeten aanvaard worden als politieke topprioriteit.”

5 februari 2016- Op 28januari hebben in Parijs duizenden mensen gedemonstreerd voor democratie en mensenrechten in Iran en voor de bescherming van de Iraanse vluchtelingen. Tijdens het bezoek aan Frankrijk van de president van het regime in Teheran, Hassan Rohani, waren Iraanse ballingen en mensenrechtenactivisten uit heel Europa in Parijs bijeen gekomen met een ​​duidelijk signaal voor de mensenrechten: een eind maken aan de dictatuur en onderdrukking in Iran! NEE tegen de doodstraf! Afgelopen met de executies en schendingen van de mensenrechten! NEE tegen islamitisch extremisme! JA voor de bescherming van minderheden en vluchtelingen!

De demonstranten deden een beroep op de internationale gemeenschap om effectieve internationale maartregelen tegen de mensenrechtenschendingen en de executies in Iran te nemen. De verbetering van de situatie van de mensenrechten in Iran moet de basis zijn voor verdere betrekkingen met het regime in Teheran.

Hier samenvattingen van toespraken en standpunten tijdens het evenement in Parijs van enkele verdedigers van de mensenrechten:

Rama Yade, voormalig staatssecretaris voor mensenrechtenvraagstukken bij het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken:

“Meer dan 1.000 executies in 2015 en ten minste 2.000 executies gedurende de ambtstermijn van Rohani vormen een sinistere balans als het gaat om de mensenrechten onder het regime Rohani. Het bezoek van Rohani aan Parijs biedt ons een historische kans om het Franse volk te vertellen dat hij geen gematigd leider is, en dat mensen die in Iran een seculiere democratie willen meedogenloos onderdrukt worden.

Deze regering, die de meeste executies uit laat voeren, heeft haar inhumane karakter niet veranderd. Het was een ernstige fout om de nucleaire overeenkomst niet te koppelen aan respect voor de mensenrechten.

De doodstraf moet worden afgeschaft. Politieke gevangenen moeten worden vrijgelaten. De vrijheid van meningsuiting moet worden gerespecteerd. Censuur moet worden afgeschaft. Vrouwen en mannen moeten gelijke rechten hebben.”

José Bové, Frans afgevaardigde in het Europees Parlement:

“We kunnen niet accepteren dat in Iran een heel volk wordt onderworpen aan het bewind van de mullahs en dat de mannen en vrouwen in dit land lijden onder het juk van de religieuze dictatuur.

De huidige ontmoeting van Rohani met de Franse president is om een simpele reden onverdraaglijk: De rechten van de mens moeten prevaleren boven de wetten van de markt en de winst. In Iran sterven mannen en vrouwen of worden ze gevangengezet omdat ze in een vrij, seculier land willen leven.”

Dr. Tahar Boumedra, Midden-Oostendeskundige en voormalig hoofd van de afdeling mensenrechten van de VN-hulpmissie in Irak:

“Wat betreft de houding van het regime in Teheran ten opzichte van de mensenrechten, daar moeten we geen illusies over hebben! De grondwet van het regime in Teheran voorziet in de toepassing van de “sharia” op alle gebieden. Dat druist in tegen het Handvest van de Verenigde Naties, die het internationaal recht voor laat gaan. Het kan leiden tot een bedreiging voor de vrede en de internationale veiligheid. In die zin verwerpt het Iraanse regime de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, het Verdrag inzake de afschaffing van discriminatie van vrouwen en het Verdrag inzake de bescherming van kinderen. Het strafrecht en het burgerlijk recht van de Islamitische Republiek Iran maken ernstige mensenrechtenschendingen mogelijk van mannen, vrouwen en kinderen. Ze legaliseren praktijken die in een ander tijdperk thuishoren, zoals amputaties, steniging en executies na oneerlijke en discriminerende gerechtelijke procedures.

Het bezoek van Hassan Rohani aan Parijs moet door de Iraanse, Europese en internationale burgergemeenschap gebruikt worden om de beleidsmakers in Europa en Amerika eraan te herinneren dat het bedrijven van verzoeningspolitiek met dit middeleeuwse regime onaanvaardbaar is voor een democratische samenleving waarin de mensenrechten gerespecteerd worden. Want dit regime verklaart dat de verspreiding van zijn religie een goddelijke opdracht is, overvalt zijn buren, en dringt anderen een levenswijze en een politiek op, die tot een vervlogen tijdperk behoren.”

Dr. Alejo Vidal-Quadras, Iran-deskundige en voormalig vicepresident van het Europees Parlement:

“De meest recente statistieken tonen aan dat de Iraanse rechterlijke macht alleen al in 2015 meer dan 1.000 mensen heeft geëxecuteerd. Het jaar 2016 begon met een aantal massa-executies. Iran is op één na het land met het hoogste aantal executies per hoofd van de bevolking. Amnesty International en andere mensenrechtenorganisaties melden dat onder de executieslachtoffers politieke gevangenen zijn, personen die geen passend proces hebben gekregen, en mensen die op het moment van hun misdaden minderjarig waren.

Gedurende al die tijd dat dit gebeurt tonen berichten uit Iran aan dat de president van het regime, Rohani, zich nog nooit heeft uitgesproken tegen deze wreedheden. Integendeel, hij heeft ze schaamteloos gerechtvaardigd als het naleven van de goddelijke wetten en die van het Parlement. Zulke opmerkingen maken duidelijk dat Rohani niet van plan is zich te verzetten tegen de wetten die arrestaties en executies wegens vaag omschreven misdaden, zoals ‘het verspreiden van propaganda’ of ‘vijandschap tegen God’ mogelijk maken.

 

Wij laten ons niet misleiden door de glimlach van regime-president Rohani. Als hij gematigd was, had hij op de eerste dag van zijn presidentschap al geprotesteerd tegen de executies die in Iran worden uitgevoerd; hij zou politieke gevangenen hebben vrijgelaten; hij had een eind gemaakt aan de zuuraanvallen op vrouwen en aan vele andere wrede straffen.”

Martin Patzelt, lid van het Bondsdag Comité voor de Mensenrechten en Humanitaire Hulp:

“De sprekers op de manifestatie in Parijs gaven blijk van hun verbazing en verontwaardiging over het feit dat de westerse regeringen nonchalant lijken om te gaan met datgene wat de relaties tussen onze democratieën en de Islamitische Republiek aanzienlijk zou moeten belasten. Wij zijn door onze grondwetten verplicht de mensenrechten te respecteren, en deze verantwoordelijkheid houdt niet op bij onze nationale grenzen, noch  bij de buitengrenzen van de Europese Unie. Deze verplichting is universeel, en is zoals bekend vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Mensenrechten moeten aanvaard worden als politieke topprioriteit; anders kan de wereld zich niet verweren tegen de terreur, die zijn oorsprong en brandhaard in het Midden-Oosten heeft.

De huidige rechtvaardiging van de nieuwe, bijna vriendschappelijke contacten met Hassan Rohani is: Deze president is ‘gematigd ‘, hij heeft zich voorgenomen om de starheid van het geestelijke regime te verzachten. Daarop moet hij worden beoordeeld. Bij de manifestatie in Parijs werd deze intentieverklaring vergeleken met de harde feiten: bij het ‘verzachten’ van de huidige Iraanse politiek hoort een liberalisering van het strafrecht. Daarvan is met het oog op Rohanis acties tot nu toe echter geen sprake. Integendeel, tijdens zijn ambtstermijn zijn meer gevangenen geëxecuteerd dan ooit daarvoor in eenzelfde periode, met uitzondering van het bloedbad van 1988. De weerzinwekkende praktijk van de openbare terechtstellingen wordt niet afgeschaft: nog steeds zie je de slachtoffers van dit sadisme gewurgd door de strop aan hoge hijskranen bungelen (…).

De vroegere vicevoorzitter van het Europees Parlement Alejo Vidal-Quadras wenste op de manifestatie in Parijs nadrukkelijk dat de westerse regeringen en het publiek deze feiten serieus zullen nemen en dat we er bij al onze betrekkingen met het Iraanse regime rekening mee houden. Dus gewoon: geen afspraken, geen enkele ontmoeting zonder de nadruk te leggen op het eerbiedigen van de fundamentele rechten van de mens.”