14 augustus 2016-Iraanse ballingen en mensenrechtenactivisten doen een beroep op de regeringen van de EU en het Westen om een uitbreiding van de betrekkingen met Iran afhankelijk te maken van een duidelijke vooruitgang inzake de mensenrechten en het stopzetten van de executies.
Door middel van wakes en demonstraties hebben in augustus Iraanse ballingen en mensenrechtenactivisten in verschillende steden, waaronder Den Haag, Londen Genève,en Berlijn geprotesteerd tegen de executies in Iran. Zij eisten de onmiddellijke stopzetting van de executies en het afschaffen van de doodstraf in Iran.
Bij de protestdemonstraties wordt de internationale gemeenschap opgeroepen tot het nemen van serieuze maatregelen om de mensenrechtenschendingen en de executies in Iran een halt toe te roepen. De regeringen van de EU en het Westen wordt gevraagd een uitbreiding van de betrekkingen met Iran afhankelijk te maken van een duidelijke vooruitgang inzake de mensenrechten en het stopzetten van de executies.
Op 2 augustus zijn er minstens 20 gevangenen geëxecuteerd in de Gohardasht gevangenis van de Iraanse stad Karaj (ten westen van Teheran). De mannen behoorden tot de soennitische minderheid in Iran. De massa-executie is internationaal scherp
Volgens rapporten van mensenrechtenverdedigers zijn er in Iran van 2 tot 11 augustus ten minste 48 mensen geëxecuteerd, waarvan een aantal bij openbare terechtstellingen.
Bij de wakes werd op gewezen dat het regime in Teheran alle internationale oproepen om te stoppen met de executies en de doodstraf in Iran af te schaffen blijft negeren. In Iran lopen ook talloze gevangenen, die als minderjarigen ter dood werden veroordeeld, het risico geëxecuteerd te worden. Het regime in Teheran handhaaft wetten die het mogelijk maken zelfs negenjarige meisjes en 15-jarige jongens ter dood te veroordelen.
Volgens een rapport van de Italiaanse mensenrechtenorganisatie “Hands Off Cain” (HOC) is er een alarmerende toename van het aantal executies in Iran. Sinds de benoeming in augustus 2013 van Rohani tot president van het regime tot eind 2015 zouden er in Iran minstens 2277 mensen geëxecuteerd zijn. Het dagelijks terroriseren van de eigen bevolking door het regime gaat onverminderd door. De regering Rohani heeft de houding ten opzichte van de doodstraf niet veranderd. De cijfers van 2015 behoren tot de hoogste in de recente geschiedenis van Iran.
Volgens Amnesty International zijn er in 2015 in Iran ten minste 977 mensen geëxecuteerd, hetgeen 82 procent van alle bevestigde executies in de regio is. In verhouding tot het bevolkingaantal is er geen land ter wereld met meer executies dan Iran.
Tijdens de wakes werden ook de slachtoffers van het gevangenisbloedbad van 1988 herdacht. Het gevangenisbloedbad van 1988 is een van de dieptepunten van de wrede vervolging van dissidenten en tegenstanders door het regime in Teheran. In augustus 1988 begonnen in de gevangenissen van Iran de systematische massa-executies van politieke gevangenen, die voortduurden tot begin 1989. Volgens schattingen vielen bij deze door de staat georganiseerde massamoord zo’n 30.000 slachtoffers.
Mensenrechtenactivisten en familieleden van de slachtoffers deden opnieuw een beroep op de Verenigde Naties om het bloedbad van 1988 te erkennen als een misdaad tegen de menselijkheid, zodat de daders volgens het internationaal recht strafrechtelijk ter verantwoording kunnen worden geroepen. Degenen die verantwoordelijk zijn voor het bloedbad van 1988 bezetten nog steeds hoge machtsposities binnen het regime in Iran. Veel hooggeplaatste vertegenwoordigers van het huidige regime, van de regering tot de rechterlijke macht en de veiligheidsdienst, waren direct betrokken bij het bloedbad.