Iran huilt
De SMV wil haar innige medeleven betuigen met de families die hun dierbaren zijn verloren bij de aardbeving in verschillende westelijke delen van ons bezette thuisland Iran.

SMV benadrukt de criminele achtergrond van de onverantwoordelijkheid en de verwaarlozing door het regime van de moellahs, dat niet in staat blijkt om mensenlevens te redden bij dergelijke incidenten, en roept haar landgenoten op om zelf de mensen te redden die onder het puin gevangen zitten en rechtstreeks hulp te bieden aan de getroffen families en slachtoffers en gewonden. Het is ons belangrijkste doel en onze plicht jegens de mensheid om de slachtoffers te helpen. Hen helpen en redden is een heilige nationale plicht voor alle bannelingen, ook al zijn we ver van ons thuisland.

Uit angst voor de woede van het volk probeert het klerikale regime de ware omvang te verhullen van de materiële schade en van het aantal slachtoffers van de aardbeving die delen van de provincie Kermanshah volledig verwoest heeft. Om 12u vanmiddag spraken de staatsmedia van ongeveer 637 doden en 7000 gewonden, maar het aantal slachtoffers is veel groter en veel van de gewonden dreigen te overlijden door gebrek aan zelfs de meest basale medische voorzieningen.

Het aantal slachtoffers van deze aardbeving neemt toe, en volgens getuigen liggen er nog duizenden mensen onder het puin in afgelegen stadjes en dorpen, die nog geen enkele hulp hebben ontvangen. De ziekenhuizen in de getroffen regio zijn niet in staat om alle gewonden op te nemen. 

Het aantal slachtoffers bij natuurrampen, zoals aardbevingen en overstromingen, is in Iran altijd veel groter dan elders in de wereld, omdat aan de ene kant het landskapitaal wordt geplunderd door de criminele moellahs, of wordt uitgegeven aan binnenlandse onderdrukking en de export van terrorisme, aan oorlogen en aan nucleaire projecten. Vandaar dat gebouwen en woningen in steden en dorpen zeer kwetsbaar zijn bij dergelijke rampen. Aan de andere kant weigert het regime de benodigde voorzieningen te leveren om de getroffen bevolking te redden en de gewonden te verzorgen. De prioriteit van het regime is het voorkomen van protesten onder de getroffenen en het beletten van hulp aan de getroffe gebieden, of het plunderen van hulpgoederen.

Verwoestende aardbeving in Iran leidt tot kritiek op de reactie van het regime

Dinsdag 14 november 2017-zijn dan vermeld door de media, volgens Farhad Tajari, Iraans parlementslid uit Ghasr Shrieen, een stad in West Iran waar de schade enorm is.

Iran ligt op meerdere breuklijnen en het Iraanse volk lijdt onder extreme omstandigheden na een aardbeving. 152 naschokken veroorzaakten nog meer ernstige schade in de eerste 24 uur na de eerste schok. 526 dorpen en 137.000 mensen in de Iraanse provincie Kermanshah lopen ernstig gevaar.

Sarpol Zahab is de zwaarst getroffen stad. Hij ligt dicht tegen de grens met Irak. Autoriteiten berichten dat de beving vele gebouwen heeft verwoest in deze stad met veel armoede.

50% van de scholen in de provincie is volgens de berichten ernstig beschadigd, zei het Hoofd van het voorlichtingsbureau van de staat in Kermansah.

“Mijn hele familie van 20 mensen, waaronder 15 kinderen, zitten allemaal in onze auto’s”, vertelde Nosser in Sarpol Zahab aan IRNA. “We hebben bijna geen brandstof meer. Ze hebben geen tenten of kerosine gestuurd. We bevriezen van de kou. Er is geen voedsel.” Verslagen op YouTube beschrijven de extreme omstandigheden.

Hoewel er uit vele dorpen nog steeds geen berichten zijn, zeggen velen dat het Iraanse regime gefaald heeft bij het nemen van de noodzakelijke maatregelen.

Heshmat Alavi, een politiek- en mensenrechtenactivist die zich op Iran concentreert schrijft in zijn artikel voor Forbes: “De reactie die we na iedere aardbeving zien van het regerende regime in Iran is heel anders dan die elders in de wereld. Censuur van de media, rampzalige vertragingen bij het sturen van zelfs minimale hulp en het opleggen van klemmende veiligheidseisen om ieder mogelijk teken van onrust bij voorbaat uit te sluiten, is het antwoord van Teheran op zulke natuurrampen.”

Rapporten geven aan dat in een andere Iraanse grensstad, Ghasr Shireen, de gouverneur klaagde dat er geen tenten zijn gedistribueerd onder de slachtoffers van de aardbeving. “Het weer is slecht en mensen moeten in tenten slapen vanwege de naschokken. Maar ik weet niet waarom er niets wordt vernomen van de Rode Halve Maan,” zei Akbar Akbari.

Berichten melden dat ongeveer 90 % van de huizen in de stad Thalath Baba Jani voor 50 tot 100 % zijn vernietigd. Er zijn 161 dorpen in deze regio, en bijna 70 % van de huizen is verwoest, voegde Akbari toe.

Ziekenhuizen in West Iran zijn niet in staat hulp te verlenen aan het enorme aantal slachtoffers en er is bovendien een tekort aan ambulances.

Antonio Guterres, de Secretaris Generaal van de Verenigde Naties, toonde zich bedroefd en riep op tot maatregelen om de slachtoffers van de aardbeving te helpen.

Maryam Rajavi, leider van de Iraanse oppositie, stuurde haar condoleances naar haar landgenoten en vroeg met name de lokale jongeren om “de slachtoffers in de getroffen gebieden te helpen en mensen die in de puinhopen vastzitten te bevrijden.”

De hoofdstad van Iran, Teheran, met een bevolking van 15 miljoen, wordt vaak getroffen door vernietigende aardbevingen. De stad is “voor

slechts tien procent voorbereid op mogelijke aardbevingen,” merkte het hoofd de Crisis Management Organisatie van het regime zelf op. Het voegde toe, dat meer dan 80 % van het land kwetsbaar is voor natuurrampen.

De aardbeving van zondag herinnerde de regio aan een ander gevaarlijk aspect: het omstreden Iraanse nucleaire program

ma.