De organisatie Reporters zonder Grenzen bericht over de al tientallen jaren aanhoudende ongehoorde onderdrukking van de persvrijheid in Iran. Journalisten, die nu in Iran verblijven, wordt verhinderd te berichten over de burgerprotesten in het land en om met oppositieleden of verwanten van politieke gevangenen in contact te treden.
Protestactie van Reporters zonder Grenzen in Parijs
Vanwege de 39-e herdenkingsdag van de machtsovername door het islamitische regime in Iran heeft de organisatie Reporters Zonder Grenzen (RZG), die zich wereldwijd voor persvrijheid inzet, in februari op de aanhoudende onderdrukking van de persvrijheid in dit land gewezen en de vervolging van journalisten en burger-journalisten veroordeeld.
Ongehoorde onderdrukking onafhankelijke Iraanse media
In de afgelopen 39 jaar, stelt Reporters Zonder Grenzen, was de controle op nieuwsberichten en informatie door het Teheraanse regime ononderbroken en de onderdrukking van onafhankelijke media ongehoord. Er zijn nog steeds geen officiële aantallen over hoeveel journalisten in deze duistere periode van de Iraanse geschiedenis gearresteerd en veroordeeld werden.
Volgens opgaven van RZG werden sinds 1987 minstens 350 media verboden en gesloten, meer dan 800 journalisten en burger-journalisten gearresteerde en verhoord en ongeveer 500 van hen tot gevangenisstraffen van drie manden tot 19 jaar veroordeeld.
Allen werd hun rechten ontzegd. Miljoenen websites met vrij en onafhankelijk nieuws en informatie werden gecensureerd. Heden staan burger-journalisten, die op sociale netwerken actief zijn, in het centrum van de strijd voor de nieuws- en informatievrijheid en voor de politieke veranderingen in Iran. Geen enkel onafhankelijk medium heeft, volgens RZG, in de afgelopen 39 jaar vervolging door politie en justitie overleefd. Sinds het jaar 2000 is de regime-leider Khamenei een genadeloze oorlog begonnen tegen de opkomende hervormingsgerichte pers en heeft ze de “uitvalsbasis van buitenlandse vijanden in het land” genoemd. Ondanks hun weerstand hebben de hervormingsgezinde media de hulpbronnen verloren, die ze nodig hebben om over de ontwikkelingen vrij en onafhankelijk te kunnen berichten.
Controle en censuur buitenlandse media
RZG wijst er daarnaast op dat de onderdrukking van de informatievrijheid door het regime zich niet alleen tegen binnenlandse media richt. Die is eveneens gericht op internationale media, ook al probeert het regime hier een bepaalde schijn te bewaren.
Zoals RZG bericht, zijn er volgens een lijst op de website van het Ministerie voor Cultuur en Islamitische Autoriteit in totaal 155 media uit 32 landen met bureaus in Iran, waar 305 buitenlandse journalisten werkzaam zijn.
Officieel behoren hiertoe 75 radio- en tv-zenders, maar het werkelijke aantal is kleiner, omdat elke vertaaldienst van zenders zoals France 24 of Al Jazeera extra geteld worden. Vijftien ervan zijn Libanese of Iraakse zenders als Al-Manar en Al-Mayadin (de twee tv-zenders van Hezbollah) en Al-Tajah en Al-Fart (de tv-zenders van de Iraakse sjiieten) die volledig door het Iraanse regime worden gefinancierd.
Verder zijn daar 14 buitenlandse persagenturen opgevoerd. Afgezien van AP, AFP en ITAR-TASS komen deze overwegend uit pro Iraanse moslimlanden. De Islamitische Radio- en Tv-unie, die door Teheran is opgericht en wordt gefinancierd, bestaat volgens hun website uit 210 islamitische media uit 35 landen. De meeste daarvan worden als buitenlandse media gezien, hoewel ze door het Iraanse regime gefinancierd worden. Zij verspreiden propaganda en vormen een internationaal nep-nieuws netwerk, dat meehelpt de persvrijheid te onderdrukken. In de regel zenden zij dezelfde nieuwsberichten uit als de Iraanse staatsmedia.
Volgens RZG worden andere buitenlandse persagentschappen in Iran streng geobserveerd en gevolgd. Een voormalige verslaggever van AFP in Teheran heeft daarover verklaard: “Het regime voert zijn controle uit, door journalisten in het agentschap te plaatsen, die de overheidsinstellingen informeert wat daar gebeurt, of die buitenlandse journalisten bedreigen, die de censuurbepalingen niet accepteren. In verschillende gevallen werden journalisten ervan beschuldigd zich onbehoorlijk te hebben gedragen en met gevangenisstraffen bedreigd.”
Uitgezonderd de mediavertegenwoordigers uit islamitische landen zijn de buitenlandse journalisten in Iran ofwel correspondenten, die daar gestationeerd zijn, of tijdelijk daar werkende reporters. In beide gevallen prefereert het regime journalisten van Iraanse afkomst en personen met een dubbele nationaliteit (waarvan een de Iraanse is). Mensen met een dubbele nationaliteit kunnen elk moment van spionage beschuldigd worden, zodat zij eenvoudiger te controleren zijn en men hen gemakkelijker kan opleggen, bepaalde thema’s te vermijden.
.RZG wijst erop, dat volgens Iraans recht een dubbel staatsburgerschap niet toegelaten is. Personen met dubbele nationaliteit worden van rechtswege als Irani‘rs behandeld. Meerdere journalisten met dubbele nationaliteit werden in de afgelopen jaren gearresteerd wegens “samenwerking met buitenlanders”, of “spionage”. Tot hen behoren Roxana Saberi en Jason Rezaian.
Een comité van vertegenwoordigers van drie ministeries – het Ministerie voor Cultuur en Islamitische Autoriteit, het ministerie van Buitenlandse Zaken en Ministerie voor Geheime Diensten – heeft dossiers over elke buitenlandse journalist en alle buitenlandse media aangelegd. De houding van journalisten en hun media bepaalt of zij een visum krijgen, dat voor hen absoluut noodzakelijk is. Een kritische berichtgeving over het regime leidt tot minpunten in het dossier. Daarbij beoordeelt het comité niet alleen de berichtgeving over Iran, maar ook over andere landen, vooral over die landen die als vijand van Iran beschouwd worden, zoals Isra‘l en de verenigde Staten.
Reporters zonder grenzen meldt verder, dat men meerdere journalisten, die een visum gekregen hebben en zich op dit moment in Iran bevinden, verhinderd heeft vrij in de hoofdstad te bewegen. Hen werd vooral verhinderd over protesten te berichten en met oppositieleden of familieleden van gevangenen in contact te komen.