05 Augustus 2019 – De Wereldvereniging van Artsen (World Medical Association, WMA) heeft van het Teheraanse Regime ge-eist, het doodvonnis tegen de zweeds-iraanse Arts Dr. Ahmadreza Djalali op te heffen. De gevangen arts bevindt zich in acuut executie gevaar.

De bezorgheid om de zweeds-iraanse Arts Dr. Ahmadreza Djalali, die in Iran ter dood werd veroordeeld, groeit. Op 29 juli werd de gevangene geblinddoekt uit de Teheraanse Evin gevangenis naar een onbekende plaats. Zijn familie vreest dat hij in accuut executie gevaar is.

De Wereldvereniging van Artsen (World Medical Association, WMA), waartoe ook de Bonds-Artsen-Kamer in Berlijn behoort, heeft op 2 augustus van het Teheraanse Regime ge-eist om Ahmadreza Djalali direct vrij te laten.

De voorzitter van de Wereldvereniging, Dr. Frank Ulrich Montgomery, noemt Ahmadreza Djalali Gewetensgevangene. Hij is niets anders dan een academicus die zijn beroep heeft uitgevoerd. Sinds zijn gevangenschap zijn zijn fundamentele Mensenrechten geweld aangedaan, en hij zou eenzaamheid en geestelijke foltering zijn aangedaan. Het doodvonnis van de dokter moet worden opgeheven. De doodstraf doet het belangrijkste Mensenrecht, het recht op leven, geweld aan.

meer Informatie

Ahmadreza Djalali (in de foto met zijn vrouw en kinderen voor zijn gevangenschap) zit sinds April 2016 ten onrechte in Iran gevangen. De 46-jarige Iranier, die ook het Zweedse Staatsburgerschap heeft en sinds 2009 met zijn familie in Zweden leefde, was onderzoeker en docent voor Eerste Hulp- en Rampengeneeskunde aan Europese Universiteiten.

De Justitie van het Teheraanse Regime beweert, zonder bewijs te geven, dat Ahmadreza Djalali voor Israel spioneert. Daarvoor werd hij in october 2017 door een Revolutionaire Rechtbank in Teheran ter door veroordeeld.

Ahmadreza Djalali wijst de aanklacht van Spionage nadrukkelijk af, die gefantaseerd zou zijn, om hem te straffen. De ware reden voor zijn veroordeling zou zijn, omdat hij geweigerd heeft om voor de Iraanse Geheime Dienst te spioneren. In een brief onthulde de Dokter, dat hij in het jaar 2014 door de Geheime Dienst van het Teheraanse Regime uitgenodigd zou zijn om geheime informatie uit Europse Landen door te geven. Ahmadreza Djalali bericht dat hij categorisch afwijst en benadrukt, dat hij een wetenschapper en geen spion is. Zijn latere gevangenschap en veroordeling zou een vergeldingsmaatregel van de Iraanse geheime Dienst zijn.

Brussel: Wake voor de vrijlating van Ahmadreza Djalali

Wenen: Artsen Kamer eist inzet van de Oostenrijkse Regering om het leven van Ahmadreza Djalali te redden.

Ook de Artsen Kamer voor Wenen heeft op 2 augustus de vrijlating van Ahmadreza Djalali ge-eist en een beroep op de regering van Oostenrijk gedaan om zich ervoor in te zetten dat de dreigende executie wordt afgewend. In een pers mededeling van de Artsen Kamer voor Wenen betekent het ondermeer dat:

De Zweeds-Iraanse arts Ahmadreza Djalali zou kort voor zijn executie kunnen staan. De Artsen Kamer is door de vrouw van de arts informatie toegespeeld dat Djalali begin deze week van de Evin gevangenis aan de rand van stad Teheran geblinddeerd naar een onbekende andere locatie overgebracht is. De voorzitter van de Artsen Kamer Thomas Szekeres richt nu een appel tot het Ministerie Buitenlandse Zaken om zich via diplomatische wegen in te zetten om het leven van de arts te redden.

Djalali zit sinds meer dan drie jaar in Iran gevangen. In april 2016 reisde Djalali samen met een collega voor lezingen naar Teheran en Schiras, de hoofdstad van de centraal zuidelijke provincie Fars. Djalali is rampendokter en ondersteunt ziekenhuizen door omgang met slachtoffers van natuurrampen zoals aardbevingen of bewapende conflicten onder omstandigheden van extreme armoede. Zijn opleiding voltooide hij aan het Karolinska Instituut in Zweden, zijn specialisering aan de Universiteit van Piemont (CRIMEDIM), en op het laatst werkte hij in de onderzoeksafdeling van de Vrije Universiteit van Brussel (VUB).

Djalali werd bij zijn reis in Iran door de Iraanse Autoriteiten gevangen genomen en meer dan een jaar later wegens het valse “Spionage voor Israel” in october 2017 wegens “Samenwerking met een vijandige Staat” ter dood veroordeeld. Sinds zijn vastname zetten talrijke Instituties zich in voor de gevangen arts, zoals bijvoorbeeld Amnesty International en ook talrijke artsverenigen. Nog in november 2017, direct na het uitspreken van het doodvonnis, schreven 75 Nobel prijs winnaars naar de Iraanse UN-ambassadeur met het verzoek hem vrij te laten. Midden januari 2018 organiseerde de Zweedse Wetenschappelijke Academie, Amnesty International evenals zijn voormalige werkgever, het Karolinska Instituut, een gemeenschappelijke Demonstratie voor Djalali.

Volgens informatie van de Wereldvereniging van Artsen (WMA) zou Djalali zeer lang eenzaamheid en geestelijke foltering zijn aangedaan. Om de aandacht op zijn toestand te vestigen, is Djalali meermalen op honger- en dorst staking gegaan. Hij heeft dringend medische hulp nodig. Ook de “United Nations werkgroep voor willekeurige detentie” heeft de hechtenis omstandigheden van Djalali volgens het bericht van de WMA ten scherpste becritiseerd.

“Gewetensgevangenen van Iran”

Bij zijn overplaatsing begin deze week naar een onbekende plaats kon Djalali maar kort contact opnemen met zijn familie en hen informeren dat hij volledig geisoleerd is van andere gevangenen en niet weet waarheen hij is gebracht. “We zijn nu erg bang dat zij in stilte willen doorgaan met het dood vonnis”, naar de hulpkreet van zijn vrouw, die ook naar de Artsen Kamer gegaan is.

Voor de president van de Artsen Kamer Szekeres is Djalali “een Gewetensgevangene van Iran”. Alle feiten spreken er volgens Szekeres over dat Djalali’s daden een uitsluitend medische en humanitaire doel verschuldigd zijn”. Ook heeft hij steeds bestreden dat hij gewerkt heeft voor welke buitenlandse geheime dienst dan ook. Szekeres eist van de minister van Buitenlandse Zaken Alexander Schallenberg zich blijvend voor de vrijlating van de arts in te zetten. “Wij verzoeken alles wat de regering vermag, eventueel ook in samenwerking met andere staten, te doen om de doodstraf voor de collega af te wenden en zijn vrijlating te bewerken”.