De vervolging van religieuze minderheden in Iran moet stoppen! Met de vervolging van de Bahai schendt het regime in Teheran de internationale mensenrechtenverdragen.
In Iran worden de mensenrechten van religieuze minderheden het zwaarst geschonden. Het Islamitische regime is erop uit alle invloeden die haar machtspositie zouden kunnen schaden, te onderdrukken. Zo is ook de religieuze gemeenschap van de Bahai steeds vaker het slachtoffer van opruiing, discriminatie en vervolging.
In verschillende Iraanse steden werden in september leden van de Bahai-gemeenten gearresteerd, aangeklaagd en veroordeeld tot lange gevangenisstraffen op grond van gekunstelde beschuldigingen als “Propaganda tegen de staat” of “In gevaar brengen van de staatsveiligheid”. Voorbeelden:
In de Zuid-Iraanse stad Kerman werden twee jonge vrouwen, die tot de Bahai gemeente behoren, tot ieder zes jaar gevangenis veroordeeld. Kiana Rezvani en Kimia Mostafavi (foto) weden in januari 2019 aangehouden en daarna na betaling van een borgsom voorlopig vrijgelaten. Kiana Rezvani werd al in 2016 wegens haar geloof uitgesloten van een universitaire studie.
Samin Maghsoudi (foto), die lid is van de Bahai-gemeente in Teheran, staan vijf jaar gevangenisstraf te wachten. Ze werd in oktober 2017 aangehouden, toen haar gemeente de 200ste verjaardag vierde van de stichter van de religie, Baha’u’llah. In mei 2018 werd ze tot vijf jaar in de gevangenis veroordeeld. Die straf werd in september in beroep bevestigd.
In de Zuid-Iraanse stad Ahwaz werd de 51-jarige Mitra Badrnejad (foto), die lid is van de plaatselijke Bahai-gemeente, op 22 september gearresteerd, om een gevangenisstraf van een jaar uit te zitten.
Mitra Badrnejad werd op 2 maart 2018 voor de eerste keer gearresteerd, nadat gardisten van het regime in haar huis een razzia hadden gehouden en haar computer, boeken en voorwerpen die betrekking hebben op de Bahai-religie in beslag hadden genomen. Daarna werd ze vijftig dagen lang in eenzame opsluiting vastgehouden in de Sepidar-gevangenis in Ahwaz. Volgens berichten van haar zoon werd de Bahai-aanhanger in die tijd meermalen verhoord, terwijl ze geblinddoekt tegen een muur zat en door de Gardisten werd vernederd en bedreigd.
Inmiddels werd bekend dat de Bahai-aanhanger Farhang Sahba, die in de gevangenis van de Centraal-Iraanse stad Isfahan een straf uitzit, door de geheime dienst van het regime naar een onbekende plaats gebracht, om opnieuw te worden verhoord. Zijn bezorgde familie krijgt niet te horen waar hij precies wordt vastgehouden.
Farhang Sahba werd in januari 2019 wegens zijn activiteiten in de Bahai-gemeente van Isfahan tot zes jaar in de gevangenis veroordeeld. Nog acht andere Bahai-leden werden het in hetzelfde proces tot vergelijkbare straffen veroordeeld.
De Bahai zijn de grootste niet Islamitische religieuze minderheid in Iran. Met de vervolging van de Bahai schendt het regime in Teheran de internationale Mensenrechtenverdragen. In de Algemene Verklaring van de Rechten van de Mens zijn vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst grondrechten, waarop ieder mens aanspraak kan maken.
Aanhangers van het Bahai-geloof met een diploma van het voortgezet onderwijs werden niet toegelaten tot universitaire studies of werden, als de toelating toch was gelukt, alsnog uitgesloten als ze niet bereid waren zich te bekeren tot de Islam.
Behalve van studies zijn Bahai ook uitgesloten van werk bij de overheid. Steeds vaker werden ook kooplui uit de rijen van de Bahai door het regime gedwongen hun winkels te sluiten, en werden daarmee van hun bestaansmiddelen beroofd.