25 oktober 2019 – Op vijf grote universiteiten in Iran eisten de studenten dat er eind komt aan de onderdrukking, de gearresteerde medestudenten worden vrijgelaten en dat de straf, die studenten, die kritisch staan tegenover het regime, was opgelegd, wordt opgeheven.
Midden oktober hebben studentes en studenten aan de vijf grote universiteiten in Teheran en in Ghazwin, (in het noordwesten van Iran) en Mashad, (in het noordoosten,) gedemonstreerd tegen de onderdrukking en voor de vrijheid van mening. Ze stelden zich daarbij moedig en ondanks het lopen van grote persoonlijke risico’s, teweer tegen de onderdrukking in Iran.
Door middel van vreedzame demonstraties, spandoeken en spreekkoren eisten de studenten de invrijheidstelling van hun medestudenten en het beeindigen van gevangenis- en lijfstraffen, die in de laatste maanden aan studenten, die kritisch staan tegenover het regime, werden opgelegd. Ze eisten ook de vrijlating van gedetineerde krititci van het regime, waaronder leraren en vakbondsmedewerkers.
De protesten richtten zich ook tegen de discriminatie van vrouwen, die aan de hogescholen studeren en die aan strenge islamitische kledingvoorschriften zijn gebonden, en tegen het inrichten van gescheiden ruimtes voor vrouwen en mannen in de mensae (eetgelegenheden).
De studenten protesteerden ook tegen de hoge collegegelden en andere misstanden bij de universiteiten. Ze beschuldigden de door het regime benoemde universiteitsleiding van mismanagement en corruptie.
Studentes en studenten, die zich kritisch opstellen tegenover het regime, worden steeds meer blootgesteld aan represailles en strafvervolging. Tal van studenten werden in de afgelopen maanden wegens hun deelname aan vreedzame burgerprotesten voor de rechter gebracht. De justitie van het regime, die als instrument van onderdrukking optreedt, beschuldigt hen steevast van “propaganda tegen de staat en “het in gevaar brengen van de staat. ”
Veel van de aangeklaagde studenten werden tot langjarige gevangenisstraffen en wrede lijfstraffen en geseling veroordeeld. Geseling is een wrede, onmenselijke en onwaardige straf, die volgens het volkenrecht verboden is. Het regime in Teheran blijft bij de uitvoering van deze straf en overtreedt daarmee het absolute, internationale verbod op marteling en andersoortige mishandeling.
De organisatie “Scholars at Risk (SAR)”, een internationaal netwerk dat zich inzet voor de bescherming van risico lopende wetenschappers, berichtte in april 2019 dat de vrijheid van mening en in Iran steeds meer onder druk komt te staan. Dit uit zich in het gebruik van geweld door regeringstroepen, arrestaties, aanklachten en disciplinaire straffen. Vanwege hun deelname aan burgerprotest tegen de onderdrukking werden minstens 40 studenten gearresteerd en veel anderen uitgesloten van hun studie.
SAR heeft de VN opgeroepen zich in te zetten voor de invrijheidstelling van alle wetenschappers en studenten, die in Iran, wegens hun wetenschappelijk werk of vanwege het op een vreedzame manier uitoefenen van hun recht op een vrije mening en van vergadering, of vanwege hun lidmaatschap van een minderheidsgroepering, gevangen zijn gezet.
Hier volgen voorbeelden van studentes en studenten, die vanwege hun kritiek op de overheid of vanwege hun medewerking aan vreedzame protesten tot gevangenisstraffen veroordeeld werden:
Leila Hosseinzadeh (foto), studente Antropologie aan de universiteit van Teheran, zit sinds 28 juli 2019 in de Evin gevangenis van Teheran, waar zij een straf van zevenenhalf jaar uitdient. In juni 2019 werd zij tot deze straf veroordeeld. Bovendien kreeg zij een uitreisverbod van twee jaar opgelegd. Leila Hosseinzadeh was actief in de studentenvertegenwoordiging van haar universiteit. Zij werd voor de eerste maal in januari 2018 bij studentenprotesten gearresteerd.
Parisa Rafiei (foto), studente aan de Kunsthogeschool van de universiteit van Teheran, werd op 25 september 2019 door een rechtbank van het regime in Teheran tot zeven jaar gevangenisstraf en 74 zweepslagen veroordeeld. Tegen dit vonnis kan niet in beroep worden gegaan.
De 21-jarige studente had al in maart 2018 drie weken lang in isolatie in de gevangenis gezeten. In mei 2019 beschreef Parisa Rafiei, in een open brief, de mentale en lichamelijk marteling waaraan zij gedurende haar gevangenschap was blootgesteld. Ze werd drie weken lang, zonder een enkel contact met de buitenwereld in isolatie gevangen gehouden en dagelijks zonder rechtsbijstand verhoord. Het was haar onduidelijk waar zij gevangen werd gehouden, ook haar familieleden kregen daarover geen informatie.
Door middel van deze eenzame opsluiting moest Parisa Rafiei onzeker en geïntimideerd worden om haar tot een valse bekentenis te dwingen van strafbare feiten, die zij niet begaan had. De studente werd door vernederingen, scheldpartijen en bedreigingen permanent onder druk gezet om haar zogenaamde “schuld” te bekennen.
Sina Darvish Omran (foto), Student Duitse letterkunde aan de Universiteit van Teheran, werd in augustus2019 tot acht jaar gevangenisstraf veroordeeld. Tegen dit vonnis is geen beroep mogelijk. Hem werd ook verboden zich met politiek bezig te houden of zich via Internet of anderszins te profileren.
Pedram Pazireh (foto), Student Antropologie aan de Universiteit van Teheran en lid van de studentenvertegenwoordiging, werd in september 2019 tot zeven jaar gevangenisstraf en 74 zweepslagen veroordeeld. Tegen dit vonnis kan geen beroep meer worden aangetekend.
De student werd voor de eerste maal in januari 2018 gearresteerd.
Mohsen Haghshenas, Student in het vak Ontwerp en Decor aan de Universiteit van Teheran, werd op 15 oktober 2019 in de Evin gevangenis van Teheran ingesloten om een gevangenisstraf van een jaar uit te zitten. Ook hij behoort tot de groep van studenten die na de burgerprotesten van januari 2018 voor korte tijd werd gearresteerd en daarna werd aangeklaagd.
Soha Mortezai, Studente Politicologie, behoorde tot de studentenvertegenwoordiging van de Universiteit van Teheran. Zij werd in september 2018 tot zes jaar gevangenschap veroordeeld. Het resultaat van haar beroepsprocedure laat nog op zich wachten. Ze is op dit ogenblik, na betaling van een borgtocht, op vrije voeten. Ze werd vanwege haar kritiek op regime door de geheime dienst op een zwarte lijst gezet. Daardoor kon zij haar studie aan de universiteit niet voortzetten. Midden oktober protesteerde zij vijf dagen lang d.m.v. een zitstaking op het universiteitsterrein tegen de uitsluiting van haar studie.