Een nieuw rapport van Amnesty International zegt dat het dodelijke geweld tegen demonstranten in Iran in november 2019 ongerechtvaardigd en onwettig was. Amnesty: “Het feit dat zoveel mensen die geen enkele bedreiging vormden werden neergeschoten, bewijst de wreedheid van de veiligheidstroepen bij hun illegale moordpartij.”
Toen honderdduizenden mensen in november 2019 in meer dan 190 Iraanse steden demonstreerden tegen de dictatuur, schoten regime-troepen met scherp op vreedzame demonstranten.
Mensenrechtenorganisaties maakten melding van meer dan 1.500 gedode demonstranten, onder wie tal van vrouwen en kinderen. Het aantal gewonden werd geschat op enkele duizenden. De gruwelijke omvang van dit bloedbad is aangetoond door video’s en ooggetuigenverslagen. De repressie vond plaats op uitdrukkelijk bevel van de gehele regeringsleiding.
Amnesty International bracht in mei een rapport naar buiten met details over de moord op 304 mannen, vrouwen en kinderen tijdens het harde optreden tegen de protesten in november in Iran. Volgens de organisatie werden in slechts 2 dagen 220 mensen in Iran gedood door regime-troepen, namelijk op 16 en 17 november 2019.
Onderzoek, inclusief videoanalyse, uitgevoerd door Amnesty International, toont aan dat de demonstranten ongewapend waren en geen onmiddellijke bedreiging vormden voor hun leven. Dus het dodelijke geweld dat tegen hen werd gebruikt, was ongerechtvaardigd en onwettig.
“Het feit dat zoveel mensen die geen enkele bedreiging vormden werd neergeschoten, bewijst de wreedheid van de veiligheidstroepen tijdens hun illegale moordpartij”, zegt Philipp Luther, Midden-Oosten-expert bij Amnesty International. Vandaag, zes maanden later, worden de families van de slachtoffers op zoek naar waarheid en gerechtigheid geconfronteerd met zware represailles en intimidatie door de autoriteiten in Iran.
De straffeloosheid die aan de veiligheidstroepen wordt verleend, zegt Philipp Luther, is toestemming om dodelijk geweld opnieuw te gebruiken om burgerprotesten te onderdrukken. Omdat er geen significant vooruitzicht is dat iemand verantwoordelijk wordt gehouden voor deze moorden in Iran, roept Amnesty International opnieuw de leden van de VN-Mensenrechtenraad op om een onderzoek in te stellen naar de moord op demonstranten in november 2019, die gericht is op het vinden van waarheid en gerechtigheid en herstel voor de slachtoffers.
Volgens onderzoek van Amnesty International werden de meeste slachtoffers gedood toen regime-troepen kogels op hen afvuurden, meestal gericht op het hoofd of bovenlichaam, wat een indicatie is van de intentie om te doden.
Al in maart meldde Amnesty International dat tijdens de landelijke burgerprotesten in Iran in november 2019 ten minste 23 kinderen door regime-troepen zijn gedood. Opnieuw is er in tien gevallen bewijs dat de kinderen stierven door geweerschoten in het hoofd of bovenlichaam.