20 februari 2021 – De Iraanse christen Ebrahim Firouzi heeft al zes jaar gevangen gezeten omdat hij vasthoudt aan zijn geloof. Daarna moest hij een verbanningsstraf uitzitten en nu is hij opnieuw gevangengezet omdat hij op het internet sprak over de repressie in Iran.

Volgens berichten van mensenrechtenactivisten is de Iraanse christen Ebrahim Firouzi, die al jaren wordt vervolgd louter vanwege zijn geloof, opnieuw aangehouden. Hij wordt sinds 8 februari vastgehouden in de gevangenis van de zuidoostelijke Iraanse stad Chabahar. De rechterlijke macht van het regime beschuldigt hem ervan dat hij op internet verslag heeft uitgebracht over de represailles die hij en zijn familie moeten ondergaan. Ebrahim Firouzi protesteert tegen zijn onwettige gevangenschap met een hongerstaking.

Ebrahim Firouzi, een 34-jarige voormalige moslim, zat al meer dan zes jaar in de gevangenis omdat hij het christelijke geloof heeft aangenomen en actief was in een huiskerk. Sinds 2010 is hij drie keer tot een gevangenisstraf veroordeeld omdat hij vasthield aan zijn christelijke geloof.

Na zijn eerste arrestatie en veroordeling in 2010 werd hij in maart 2012 opnieuw gearresteerd, ditmaal op beschuldiging van “poging tot het opzetten van een website die christelijke leerstellingen verspreidt”. Opnieuw werd hij aangeklaagd wegens vermeende “propaganda tegen de staat”, waarvoor hij door een rechtbank werd veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf en twee jaar verbanning in de stad Sarbaz. In augustus 2013 werd hij gevangengezet om zijn straf uit te zitten.

In 2015 had Ebrahim Firouzi moeten worden vrijgelaten, maar in april 2015 veroordeelde een rechtbank van het regime de gevangene tot nog eens vijf jaar gevangenisstraf wegens zijn zendingswerk. Hij werd beschuldigd van “het vormen van een groep met het doel de nationale veiligheid in gevaar te brengen”.
De gezondheid van Ebrahim Firouzi is in de loop van de jaren van zijn detentie aanzienlijk verslechterd, aangezien hem herhaaldelijk de noodzakelijke medische verzorging werd onthouden. Tijdens zijn gevangenschap werd hem nooit verlof toegestaan. Zo mocht hij zijn moeder niet bezoeken toen zij stervende was, noch mocht hij haar begrafenis bijwonen.

Ebrahim Firouzi werd op 26 oktober 2019 eindelijk vrijgelaten uit de gevangenis. Slechts twee weken later werd hij door de rechterlijke macht van het regime gedwongen zijn geboortestad Robat-Karim, in de buurt van Teheran, te verlaten en voor twee jaar te verhuizen naar de stad Sarbaz, waarheen hij volgens een vonnis uit 2013 werd verbannen. Sarbaz ligt in de zuidoostelijke Iraanse provincie Sistan-Beloetsjistan, ruim 1500 kilometer van Teheran.

Medio maart 2020 werd de straf van twee jaar verbanning met 11 maanden verlengd. De rechterlijke macht van het regime rechtvaardigde dit met het argument dat Ebrahim Firouzi zijn ballingsoord, Sarbaz, kort had verlaten en aldus de regels had overtreden. Ebrahim Firouzi had in december 2019 de stad Sarbaz voor enkele dagen verlaten om familiezaken te regelen. Hij had daarvoor toestemming gekregen van de autoriteiten van de plaats van verbanning en van zijn geboortestad, maar toch werd de straf van verbanning verlengd.

Onder het islamitische regime in Iran worden christenen herhaaldelijk aangeklaagd en tot lange gevangenisstraffen veroordeeld wegens hun actieve betrokkenheid bij hun gemeenschap, onder de algemene beschuldiging van “het in gevaar brengen van de staatsveiligheid”. Volgens de wereldvervolgingsindex van 2021 behoort het regime in Teheran tot de tien ergste vervolgers van christenen ter wereld. Vooral Iraanse christenen met een islamitisch verleden, die in Iran voortdurend het slachtoffer zijn van willekeurige arrestaties, pesterijen en gevangenschap, worden hierdoor getroffen.