Pasen gaat over schoonheid, de bijzondere schoonheid van nieuw leven. “In deze symboliek keert God de onvermijdelijkheid van de dood om in de onoverwinnelijkheid van het leven”. Pasen gaat over ons bestaan en de overwinning van de waarheid, over verlichting en liefde.
“Dat de vreugde over de opstanding ons zal opheffen in een wereld van betrokkenheid met en opoffering voor elkaar, schoonheid en geluk.”
“Zegen ons met hoop, vrede, een goede gezondheid en voorspoed.”
SMV
Licht, ontloken aan het donker
Licht, ontloken aan het donker,
Licht, gebroken uit de steen,
Licht, waarachtig levensteken,
werp uw waarheid om ons heen!
Licht, geschapen, uitgesproken,
Licht, dat straalt van Gods gelaat,
Licht uit Licht, uit God geboren,
groet ons als de dageraad!
Licht, aan liefde aangestoken,
Licht, dat door het donker brandt,
Licht, jij lieve lentebode,
zet de nacht in vuur en vlam!
Licht, verschenen uit den hoge,
Licht, gedompeld in de dood,
Licht, onstuitbaar, niet te doven,
zegen ons met morgenrood!
Licht, straal hier in onze ogen,
Licht, breek uit in duizendvoud,
Licht, kom ons met stralen tooien,
ga ons voor van hand tot hand!
tekst Sytze de Vries (geb. 1945)
Met niets van niets
Met niets van niets zijt Gij begonnen,
hebt sprakeloos het licht gezegd,
de tijd bepaald, het land gewonnen,
de zeeën op hun plaats gelegd.
De ban der duisternis gebroken –
en het werd morgen, dag na dag,
een wereld in het licht gesproken,
een mensheid die beginnen mag.
Geen eind in zicht. Geen rust gevonden.
Het langste deel nog niet gegaan.
Geen engel met ons mee gezonden
om nacht en ontij te verslaan.
Met licht van licht hebt Gij geschreven
uw boek dat ons het leven redt,
de woorden van uw trouw gegeven.
En van dit lied de toon gezet.
tekst Huub Oosterhuis (geb. 1933)
Pasen
Detail van het middenpaneel van een polyptiek van Titiaan
Pasen is het belangrijkste christelijke feest in het liturgische jaar, volgend op de Goede Week. Christenen vieren deze dag vanuit hun geloof dat Jezus uit de dood is opgestaan, op de derde dag na zijn kruisiging.
Pasen duurt twee dagen en wordt gevierd op een zondag en maandag. Beide dagen worden wel afzonderlijk eerste en tweede paasdag of paaszondag en paasmaandag genoemd.
Oorsprong
Het christelijke Pasen heeft zijn oorsprong in het joodse Pesach. Tijdens het Eerste Concilie van Nicea (325) zijn de data van beide feesten officieel ontkoppeld.
Etymologie
Het woord Pasen is de meervoudsvorm van pasch of paesch, meervoud omdat het over meerdere dagen wordt gevierd. Het is ontleend aan christelijk Latijn pascha, een ontlening aan het Grieks Páscha (Πάσχα), dat weer ontleend is aan Aramees Paskha (פסחא), verwant met Hebreeuws Pesach (פֶּסַח), het feest van de uittocht uit Egypte.
In het christendom
In de christelijke traditie is Pasen, of ook wel het paasfeest, het belangrijkste liturgische feest. Op Goede Vrijdag, de vrijdag voor Pasen, herdenken christenen het lijden en de kruisdood van Jezus en met Pasen vieren zij zijn opstanding, ook wel verrijzenis genoemd, uit de dood. Pasen behoort daarmee tot de traditie van de zoenoffers, die draaien om de noodzaak van de dood voor het leven, de verzoening met het goddelijke en de spirituele ontwikkeling van de eigen ziel door beproeving.
Betekenis
Met de christelijke viering wordt, evenals met de joodse viering, de uittocht uit Egypte (de exodus) herdacht, zij het metaforisch vanuit het werk van God in en door de persoon Jezus als Christus, door christenen beschouwd als de Zoon van God, de beloofde Messias, de Verlosser. Hij wordt in het Nieuwe Testament het paaslam genoemd, dat zichzelf vrijwillig liet offeren voor de verzoening van God met de mensen. Dit duidt op de symbolische betekenis van het offerlam, dat volgens de Mozaïsche voorschriften (Oude Testament, Pentateuch) en de tradities van de joodse godsdienst geofferd moest worden ter vergeving van zonden. Met de voorstelling van Jezus als het eeuwige paaslam werd in geestelijke zin een ‘nieuw verbond’ tussen God en mens aangeboden, gebaseerd op de genade, waarmee het oude verbond, gebaseerd op de wet, buiten werking kon worden gesteld. Wie in Hem gelooft, hoeft volgens de christelijke traditie niet meer ‘onder de wet’ te leven, maar valt ‘onder de genade’. Deze begrippen en de verhoudingen tussen het een en ander zijn in onder meer de brieven van de apostel Paulus nader uitgewerkt.
Met het paasfeest wordt ook uitgekeken naar de verwachte wederkomst van Jezus op aarde.
Pesach
De oorsprong van het christelijke paasfeest ligt in de joodse traditie. Het joodse Pesach (in de christelijke liturgie Pascha) is nauw verbonden met de uittocht uit Egypte, de Exodus. De viering en herdenking hiervan werd volgens het Bijbelboek Exodus de avond voor de uittocht ingesteld en is de eeuwen door in verschillende vormen bewaard gebleven. Inherent is het herdenken van de grote daden van God aan het volk Israël. Hierin ligt het idee van ‘bevrijding’ besloten. Dit geldt ook voor het christelijke paasfeest, zij het vanuit een andere invalshoek. In Nederland herinneren tijdens Pasen de matzes (ongerezen broden) nog aan het joodse Pesachfeest. Volgens de Thora moesten de joden vlak voor hun vertrek in opdracht van God snel brood bakken zonder daar zuurdesem aan toe te voegen (Exodus(
Pasen rond het begin van de christelijke jaartelling
In de tijd van Jezus was het Pesach, naast het pinksterfeest en het Loofhuttenfeest een van de drie belangrijke pelgrimsfeesten. Het was nauw verbonden met het Massotfeest; beide werden in feite als één feest gevierd. Van heinde en ver kwamen de mensen naar de tempel in Jeruzalem. De betekenis was nog altijd: herdenking van de bevrijding uit Egypte en hoop op de komende verlossing door de beloofde Messias.
Het Laatste Avondmaal van Jezus en zijn volgelingen, de discipelen, was volgens de Evangeliën een Pesachviering. Men trof de voorgeschreven voorbereidingen de avond ervoor, de viering vond ’s avonds plaats in Jeruzalem, er werd wijn gedronken, brood gegeten en een loflied gezongen, het Halleel.
In de muziek
De paastijd en de christelijke liturgie daaromheen heeft door de eeuwen heen vele componisten geïnspireerd tot muzikale composities. In de Barokperiode viel vooral het werk van Johann Sebastian Bach op met de Johannes-Passion, Matthäus-Passion en zijn cantates. Voor de eerste paasdag bedacht Bach de cantate nr. 4 Christ lag in Todesbanden. Voor de tweede paasdag schreef hij vervolgens de cantate nr. 6 Bleib bei uns, denn es will Abend werden.