Het Perzisch, ofwel Parsisch, was de taal van de Parsa, een volk dat tussen 550 en 330 v.C. heerste over Iran. Het behoort tot wat wetenschappers de Indo-Iraanse talengroep noemen. Het was de taal van het Perzische Rijk en werd in de oudheid wijd en zijd gesproken, van de grenzen van India in het oosten, Rusland in het noorden, de zuidelijke gebieden aan de kust van de Perzische Golf, tot aan Egypte en het Middellandse Zeegebied in het westen.

In de loop der eeuwen heeft het Parsisch zich ontwikkeld tot zijn huidige moderne vorm, en vandaag de dag wordt het voornamelijk gesproken in Iran, Afghanistan, Tadzjikistan en delen van Oezbekistan. Het was de taal van het hof van veel Indiase koningen, totdat de Britten het gebruik ervan verboden toen ze India in de achttiende eeuw veroverden. De Mogolvorsten van India hadden het Perzisch tot hun hoftaal gemaakt.

Op de muren van het Rode Fort in Delhi staat in gouden letters de zin gegraveerd:’Agar ferdows dar jahan ast hamin ast o hamin ast o hamin ast’ – ‘Als er op aarde een paradijs is, is het hier, is het hier, is het hier’.

Hoewel de taal het Perzisch of Parsisch of, in de Arabische vorm, Farsisch (het Arabisch kent niet de letter p) is blijven heten, heeft de taal grote veranderingen ondergaan en kan de volgende onderverdeling gemaakt worden:

  1. Oud-Perzisch
  2. Midden-Perzisch
  3. Klassiek Perzisch
  4. Modern Perzisch

Het Oud-Perzisch werd gesproken door de oorspronkelijke Parsa-stam in het Achaemenidische tijdperk, en daarvan zijn in steen gegraveerde teksten in spijkerschrift bewaard gebleven.

Het Midden-Perzisch werd gesproken in de Sassanidische tijd, ook wel het Pahlavisch geheten. We beschikken over tal van geschriften uit die periode in de vorm van zoroastrische religieuze teksten zoals de Bundahish, Arda Viraf Nameh, Mainu Khared, Pandnameh Adorbad Mehresfand, enzovoort.

De oorsprong van het Klassieke Perzisch is enigszins onduidelijk. De woorden stammen uit de verschillende talen die werden gesproken in diverse delen van het land, maar de meeste hebben hun wortels in het Oud-Perzisch, Pahlavisch en Avestisch. Ze komen voor in klassieke geschriften en gedichten. Ferdowsi beweert dertig jaar lang grote moeite te hebben gedaan om deze taal in leven te houden, die onder druk stond door toedoen van Arabische veroveraars en verloren dreigde te gaan.

Het opmerkelijke is dat alle landen die werden onderworpen door de Arabieren hun beschaving, cultuur en taal kwijtraakten en de Arabische taal en manier van leven overnamen. Zo verloren ook de Egyptenaren, die in staat waren piramides te bouwen, goede astronomen waren en de kunst van het mummificeren beheersten, hun cultuur en taal en verruilden ze die voor de Arabische levenswijze. Iran was het enige land dat hierin niet meeging en de eigen cultuur en taal behield en zelfs een eigen vorm van de islam ontwikkelde, het sjiitisme.

Toen de Mogols later Iran binnenvielen, wisten de Iraniërs van hen ambassadeurs van de Iraanse taal, cultuur en kunst te maken. En dat had tot gevolg dat het Parsisch de hoftaal werd van de Mogols in India.

Het moderne Perzisch of Parsisch (of Farsisch zoals de Arabieren zeggen) telt in zijn huidige vorm tal van woorden van niet-Iraanse oorsprong. Sommige moderne technische termen zijn, zoals te begrijpen valt, overgenomen uit het Engels, Frans en Duits en zijn als zodanig te herkennen, maar het Arabisch heeft een groot deel van de oorspronkelijke Parsische woorden verdrongen. Wat Ferdowsi met veel moeite trachtte te behouden, ging uiteindelijk toch verloren.

De Europese woorden zijn doorgaans in gebruik genomen omdat er in het Perzisch geen woord voorhanden was ter aanduiding van een bepaalde situatie of product. In plaats van een nieuw Perzisch woord te bedenken werd tegelijk met het product het buitenlandse woord ervoor overgenomen. Toen er bijvoorbeeld auto’s kwamen, kregen die de Franse naam ‘automobile’. Het kostte enige tijd en moeite en steun van de kant van de regering om het Parsische woord ‘khodrow’ ingang te doen vinden in plaats van ‘automobile’. Een tweede voorbeeld is het woord ‘televisie’, dat min of meer vervangen is door ‘sadah va seema’, en hetzelfde geldt voor het woord ‘radio’. Er zijn enkele niet-technische woorden, zoals ‘merci’ (dankjewel), die een vaste plaats hebben gekregen in het Farsisch, en veel Iraniërs beschouwen het niet als een vreemd woord, en in de spreektaal zeggen mensen vaak ‘tashakor’, maar in geschreven taal is ‘merci’ gebruikelijker.

Een ander voorbeeld is het woord ‘salaam’, dat is ontleend aan het Arabisch en door Iraniërs wordt gebezigd als groet wanneer twee bekenden of vrienden elkaar tegenkomen, hoewel er in het Parsisch ook woorden voor zijn, zoals ‘rouz-e-gar neek’ en ‘dorood’. Het Arabische ‘salaam’ betekent ‘vrede’, maar weinig Iraniërs weten wat het betekent of waar het oorspronkelijk vandaan komt. De in stamverband levende Arabieren waren voortdurend in oorlog met elkaar en hadden zodoende altijd hun zwaard bij de hand. Wanneer ze elkaar naderden, moesten ze ‘salaam’ zeggen om duidelijk te maken dat ze vreedzame bedoelingen hadden, anders werd de ander beschouwd als een vijand die gedood diende te worden.

Dit zijn voorbeelden van enkele zeer algemeen gebruikte woorden. Arabische woorden hebben afbreuk gedaan aan het Parsisch. Ze zijn niet alleen in plaats gekomen van de oorspronkelijke Parsische woorden, maar hebben die zelfs verdrongen, en wel in die mate dat de herinvoering van deze oorspronkelijke Parsische woorden veel mensen vreemd in de oren klinkt.

De bewoners van Tadzjikistan en Afghanistan hebben een enigszins zuiverdere vorm van de Parsische taal behouden en noemen die Parsi-e Tajik in Tadzjikistan en Parsi-e Dari in Afghanistan.

De Darische taal die wordt gesproken door de zoroastriërs van Yazd en Kerman heeft niets gemeen met het Darisch van Afghanistan. Sterker nog, het zoroastrische Darisch wordt niet begrepen door Farsisch sprekende mensen en is geen geschreven taal. Kinderen leren het als moedertaal en zo is het in de loop der eeuwen bewaard gebleven. De na 1940 geboren zoroastriërs van Kerman spreken geen Darisch, omdat hun ouders dachten dat ze hun kinderen deze taal beter niet konden leren. Hadden ze dat wel gedaan, dan zouden de kinderen op school vanwege hun Darische accent herkend zijn als zoroastriërs en aldus gepest worden door de moslims. Gelukkig hebben de zoroastriërs van Yazd een sterke band gehouden met deze taal en leert elk kind Darisch spreken.

Behalve het Farsisch worden er binnen Iran nog tal van andere talen gesproken, zoals het Arabisch, Koerdisch, Sogdisch, Kharazmisch, Pasjtoens, Urdisch en Baluchisch.

De Iraanse cultuur was gebaseerd op de leer van Zoroaster (Zarathoestra), die predikte dat de mens zich moest verlaten op wijsheid, en dit ging zo ver dat de algehele bevolking veel vaker hun verstand gebruikten dan mensen zelfs vandaag de dag misschien doen. Om die reden hadden ze geen behoefte aan een schrift. Ze maakten gebruik van hun geestelijke vermogens – vohumana – en namen mondelinge informatie op in hun geheugen. Zodoende hoefden ze slechts te putten uit hun geheugen en hadden ze geen grote beschreven rollen nodig.

[Tot op de dag van vandaag leren zoroastrische mobeds in India de hele Avesta van buiten, die behoorlijk wat boekdelen beslaat. Het is onderdeel van hun opleiding tot mobed (priester) en een levend voorbeeld van een taal zonder schrift. De zoroastriërs van Iran hebben eeuwenlang Darisch gesproken en er geen woord van op schrift gesteld.]

Toen de Perzen aan de macht kwamen en hun rijk uitbreidden met gebieden waar diverse culturen geschreven teksten gebruikten om te communiceren, ontstond de behoefte om informatie vast te leggen op schrift. Er werden schrijvers uit Elam en Babylon gehaald, die de taal van de Perzen voor het eerst noteerden in spijkerschrift. Hadden ze een eigen schrift gehad, dan zouden we er bewijzen van hebben in de vorm van archeologische vondsten.

Hun levensbeginsel was op een goede manier gebruik maken van hun geestelijke vermogens – vohumana. Dit wordt zelfs onderkend in de Bijbel, waar de Perzen steevast als ‘wijs’ worden bestempeld. Zelfs de voorspelling van de tijd en plaats van de geboorte van Jezus Christus wordt niet beschouwd als een profetie, maar als een vorm van wijsheid.

Dus toen de Iraniërs de pen begonnen te hanteren, maakten ze gebruik van hun wijsheid en verbeterden ze de bestaande methoden en vormen van schrijven. Aanvankelijk bedienden ze zich van kleitabletten, zoals de gewoonte was onder de schrijvers. Een voorbeeld zijn de in Sush (Soesa) gevonden tabletten, die de Oud-Perzische tekst van het stichtingshandvest van het paleis van Darius bevatten. De schrijvers bleven eeuwenlang het spijkerschrift gebruiken. Pas onder de Iraniërs kwam een op klanken gefundeerd alfabet tot ontwikkeling, bestaande uit 43 tekens. Aldus werden teksten in de periode van de tweede generatie van het Oud-Perzisch opgetekend met behulp van een alfabet en werd schrijven veel simpeler en minder tijdrovend.

De Assyrische schrijvers gebruikten het Aramese schrift. Op een Assyrisch basreliëf staan twee schrijvers afgebeeld, de een met een tablet en een schrijfpriem in de hand om te schrijven in spijkerschrift, de ander een papyrus om met inkt te schrijven in het Aramees.

Het Aramese schrift, waarbij teksten in inkt werden vastgelegd op papyrus en huiden, werd geleidelijk aan overgenomen door de Iraniërs. Er zijn een paar in het Aramese schrift opgetekende documenten gevonden waaruit blijkt dat het werd gebruikt van Egypte tot India. Een ervan, op de graftombe van Darius, is opgesteld in het Oud-Perzisch en genoteerd in het Aramese schrift.

Het gebruik van papyrus, huiden en inkt maakte het schrijven, bewaren en transporteren van geschreven materiaal, vergeleken met de natte klei waarop het spijkerschrift werd geschreven en daarna gedroogd, een stuk praktischer. De enorme omvang van het rijk, de behoefte aan geschreven berichten en handelsdocumenten die van de ene naar de andere plaats moesten worden overgebracht, dit alles sprak ten gunste van het Aramese schrift op papyrus of huid. Maar papyrus en huiden vergingen na verloop van tijd, en hierdoor ging veel informatie over het grote rijk verloren.

We weten uit de Bijbel dat de Iraniërs documenten in de oudheid goed bewaarden. Zie Ezra 6: 1-3:

‘Toen gaf koning Darius bevel om een onderzoek in te stellen in de Babylonische archieven, waar de schatten werden bewaard. In de burcht van Ecbatana, in de provincie Medië, vond men een rol waarin de volgende gedenkwaardige gebeurtenis beschreven was: ‘In zijn eerste regeringsjaar heeft koning Cyrus …’

Al deze schriftelijk gedocumenteerde informatie, kennis en wetenschap van de zoroastriërs werd door Alexander de Grote op barbaarse wijze vernietigd, maar wat werd gered vond zijn weg naar Griekenland, waar het deels werd misbruikt, gepersonifieerd en toegeschreven aan de heidense goden. Het merendeel werd echter vertaald en kwam bekend te staan als Griekse medische kennis, Griekse wetenschap, Griekse filosofie, Griekse wiskunde, en het had over het geheel genomen een toename van kennis en vooruitgang tot gevolg onder de Grieken.

In de Sassanidische periode kwam een zeer geavanceerd alfabet in gebruik, dat tegenwoordig bekendstaat als het din dabereh. Het telt 48 klanken, waaronder 14 klinkers en 34 medeklinkers. Met dit alfabet kun je alle spraakklanken en dus elke taal op schrift stellen.

Na hun veroveringen drongen de Arabieren hun inferieure schrift op aan het Iraanse volk, maar het waren de Iraniërs die voor het eerst de grammatica van het Arabisch in kaart brachten en bruikbaar maakten. Hoewel je met het Arabische schrift niet de klanken van het Parsisch kon vastleggen, zelfs niet na toevoeging van een aantal niet in het Arabisch voorkomende tekens zoals voor ph, cha, jah en gh, werd het het officiële schrift voor het schrijven van Parsisch. Tegenwoordig wordt het Arabische schrift door de Iraniërs gebruikt om Perzisch en zelfs Avestisch te schrijven. Het din dabereh-schrift raakte in vergetelheid, maar bestaat nog steeds.

De Tadzjieken maken gebruik van het Russische schrift en kunnen door toevoeging van een aantal tekens veel beter Parsische klanken documenteren dan mogelijk is met het Arabische schrift. Hopelijk zal het op een dag komen tot een hereniging van Groot-Iran en zullen de eeuwenoude Iraanse schrijftaal, cultuur en manier van leven opnieuw tot bloei komen.