Twijfels aan de officieel opgegeven doodsoorzaak / folteringsbeschuldigingen / bezorgdheid om het lot van de andere vermisten

Sinds hij op 15 juni aan een demonstratie tegen het Teheraanse regime deelgenomen had, werd de 19-jarige vwo-afgestudeerde Sohrab Arabi vermist. Zijn moeder, die vermoedde dat haar zoon zoals duizenden anderen bij de protesten gearresteerd was, informeerde  sindsdien tevergeefs in gevangenissen en bij de gerechtelijke autoriteiten naar zijn verblijf.

Na 26 dagen van zwijigen informeerde justitie de moeder dat haar zoon aan de schotwonden bezweken was, die hij bij de demonstratie opgelopen had. Op 11 juli werden aan de familieleden door de politie foto’s van meerdere gedode demonstranten voorgelegd, waaronder zich ook Sohrab Arabi bevond. Er werd gesteld dat de 19-jarige tengevolge van de schotwonden gestorven was, die hij op 15 juni opgelopen had. Op 19 juni zou het lijk aan  de de afdeling gerechtelijke geneeskunde overgedragen zijn. Wat tussen de 15e en de 19e juni met Sohrab Arabi gebeurd is, wordt nog steeds verzwegen. Door de autoriteiten wordt ook verzwegen waarom de familie pas op 11 juli over de dood van de jonge man geïnformeerd werd.

 

Menschenrechtenactivisten in Iran twijfelen aan de verklaringen van justitie en eisen er opheldering over waarheen de gewonde demonstrant op 15 juni gebracht werd en wat dan de eigenlijke doodsoorzaak geweest is.
Volgens betrouwbare berichten werden gewonden door regime-milities zelfs uit ziekenhuizen weggevoerd en op geheim gehouden plaatsen mishandeld. Het geval Sohrab Arabi versterkt de zorgen over de talrijke andere demonstranten, die nog steeds vermist worden.

Terwijl er dagelijks nog tegenstanders van het regime gearresteerd worden, dringen uit de Iraanse gevangenissen steeds meer berichten over folteringen en mishandelingen met het doel, de gevangenen tot valse bekentenissen te dwingen. Na de jongste grote demonstraties van 9 juli werden alleen al in Teheran 190 mensen opgepakt.