De 25-jarige Mohsen Ruholamini is begin juli in gevangenschap gestorven – volgens de Iraanse autoriteiten aan meningitis. Deze bewering werd echter door een medisch rapport weerlegd.

Anders dan door de autoriteiten wordt beweerd, is de in hechtenis genomen Iraanse demonstrant niet aan hersenvliesontsteking, maar als gevolg van foltering gestorven. Psychische stress, slechte omstandigheden in de gevangenis en “talloze klappen” zijn de oorzaak van de dood van de 25-jarige Mohsen Ruholamini, volgens berichtgeving van het semi-officiële persagentschap Mehr afgelopen maandag. Dus kwam een medische commissie van de rechtbank tot de conclusie dat meningitis als doodsoorzaak kon worden uitgesloten.

De informaticastudent Mohsen Ruholamini werd op 9 juli 2009 bij een protestdemonstratie gearresteerd. Hij stierf kort daarna in Kahrizak-gevangenis in Teheran. Mohsen Ruholamini was de zoon van Abdul-Hossein Ruholamini, chef van het Pasteur-Instituut en topadviseur van de conservatieve presidentskandi-daat Mohsen Rezai. Bij de overdracht van het lichaam aan de ouders deelde de hoogste gevangenisdi-recteur van Teheran mee, dat de student aan hersenvliesontsteking gestorven was.

Deze bewering werd toen al tegengesproken door Rezais broer Omidvar, afgevaardigde in het Iraanse parlement en neuroloog: “Zijn hele lichaam was overdekt met verwondingen en blauwe plekken. Ik heb geen aanwijzingen voor meningitis gevonden.” De marteldood van de 25-jarige riep tot diep in het conser-vatieve kamp verontwaardiging op. Veel afgevaardigden kennen de familie Ruholamini en eisten een on-derzoek waarin de dood door marteling bevestigd werd.

Zijn hele lichaam was overdekt met verwondingen en blauwe plekken. Ik heb geen aanwijzingen voor meningitis gevonden.

In Berlijn veroordeelden Bondskanselier Angela Merkel en de president van Frankrijk Nicolas Sarkozy on-dertussen de handelwijze van het Iraanse veiligheidsleger. “Europa kan daarvoor de ogen niet sluiten”, zei Sarkozy. Hij betuigde zijn respect voor de oppositie en de Iraanse bevolking. “Zij verdienen wat beters dan degenen die thans de verantwoording hebben.” Merkel toonde zich bezorgd over het lot van de ge-vangen genomen opposanten, waarover zij is aangesproken door vele Iraanse vrouwen.

Samen met minister van Buitenlandse Zaken Frank-Walter Steinmeier heeft zij de Duitse ambassade in Teheran verzocht die gevallen te onderzoeken “Wij doen alles wat we kunnen om dit te verbeteren”, zei het hoofd van de regering.