Een aantal jongeren werd gearresteerd tijdens het verlenen van maatschappelijke en filantropische diensten in het kader van een alfabetiseringsprogramma ondersteund door UNICEF in mei 2006. Deze jonge mensen onderwezen arme kinderen en soms straatkinderen in arme wijken in Shiraz. Ze werden gelijktijdig gearresteerd in verschillende buurten tijdens dit werk.

Vierenvijftig van deze maatschappelijk werkers waren Bahà’is. Degenen die geen Bahà’i waren, werden de eerste avond al vrijgelaten, maar de 54 Bahà’is werden gedurende 6 dagen gevangen gehouden in ongeschikte omstandigheden. Drie van hen, geïdentificeerd als Sassan Taqavi, Raha Sabet en Haleh Ruhi, werden een maand lang in tijdelijke bewaring gehouden.

Haleh Ruhi, 29, Raha Sabet, 33, en Sassan Taqavi, 32, zijn na 2 jaar nog altijd gedetineerd in het Shiraz Intelligence Detention Center. Aangezien dit geen openbare gevangenis betreft, worden hun minimale rechten hen onthouden, zoals contact opnemen met de buitenwereld, tijd in de frisse lucht, regelmatig gebruik van de telefoon en het verkrijgen van wettelijk verlof uit de gevangenis.

Sassan Taqavi, die vanaf het begin van zijn detentie niet in vorm was wegens een ernstig ongeval, werd aan zijn been geopereerd en na een maand teruggebracht naar de gevangenis; hij lijdt momenteel ernstige pijnen in zijn been en heeft zijn hele detentie in eenzame opsluiting doorgebracht. (Commissie van Mensenrechtenverslaggevers, Committee of Human Rights Reporters – 2 nov. 2009)