Maart 2010: vrijlating van vier leden van de christelijke minderheid

Eind maart werd de Assyrische predikant Wilson Issavi tegen betaling van een borgsom ontslagen uit de Dastgerd gevangenis van de Iraanse stad Isfahan.

Geheimagenten hadden de 65-jarige dominee op 2 februari 2010 tijdens een huisdienst bij een christelijke vriend gearresteerd. Wilson Issavi is voorganger van de evangelische kerk Kermanshah in Isfahan, onderdeel van de “Assemblies of God” , die al 50 jaar zorg draagt voor het Assyrische volk. De Iraanse regering beschuldigt hem onder andere van het bekeren van moslims.
De vreugde over de vrijlating van de pastor wordt overschaduwd door de zorg voor zijn veiligheid. Volgens christelijke informatiebronnen hebben gevangenisbeambten hem gedreigd met executie.  De vrees bestaat dat de fundamentalistische extremisten hem zullen ombrengen. Niet zelden wordt geprobeerd om christenen, die van “religieuze misdrijven” beschuldigd zijn, na hun vrijlating te doden. Volgens zijn vrouw is hij in de gevangenis gemarteld. Bovendien heeft Issavi nog steeds last van een infectie, veroorzaakt door de onhygiënische omstandigheden tijdens zijn detentie.
Op 17 maart 2010 werden tevens drie andere leden van de christelijke minderheid in Iran uit de gevangenis vrijgelaten. Maryam Jalili, Mitra Zahmati en Farzan Matin werden op 24 december 2009 samen met 12 andere christenen gearresteerd. De groep was in een privéwoning in Varamin ten zuidoosten van de hoofdstad Teheran bij elkaar gekomen om kerst te vieren. Volgens een bericht van het “Farsi Christian News Network” hebben veiligheidstroepen bij de arrestatie computers, boeken en andere literatuur in beslag genomen.
Maryam Jalili, Mitra Zahmati en Farzan Matin zaten sinds hun arrestatie in Teheran in de Evin gevangenis.