Volgens berichten is de politieke gevangene Zahra Asadpour Gorji gisteren van de Gohardasht Gevangenis in Karaj overgebracht naar een onbekende locatie.

De 51 jarige politieke gevangene werd 11 april van de vrouwenafdeling overgeplaatst naar een onbekende locatie. De afgelopen dagen is haar toestand kritiek geworden. Ze kan de linkerkant van haar lichaam niet bewegen en had neusbloedingen. Vóór het nieuwjaarsreces hadden artsen van de gevangenis dringend verzocht om medisch verlof wegens haar ernstige hartproblemen. Mohebi, hoofd ondervraging van de inlichtingendienst belette dit echter. Hij zei tegen mevrouw Gorji: ‘Uw lichaam mag van mij alleen dood de gevangenis verlaten ‘. De politieke gevangene was ruim zes dagen in hongerstaking als protest tegen de psychologische druk en bedreigingen van deze ondervrager jegens haar, haar familie en haar zoon, Reza Jushan, die ook gevangen zit.

Reza Jushan, haar zoon, zit in eenzame opsluiting in in cellenblok 6 van Gohardasht Gevangenis. Mohebi heeft hem psychisch en fysiek gemarteld, met als gevolg een ernstige blessure aan Jushans knie.

Mohebi intimideert de familie buiten de gevangenis ook steeds meer. Gisteren werd Fereshteh Jushan opgeroepen om meer dan een uur door de Veiligheidsdienst ondervraagd te worden. Ze werd psychologisch onder druk gezet en bedreigd met arrestatie. Mohebi zei haar dat zij nieuws over de toestand van haar moeder en broer aan de media verstrekte en dat hij ‘er voor zou zorgen dat ze een strafblad kreeg en een gevangenisstraf van 2 tot 3 jaar ‘.

De 25-jarige Reza Jushan werd op 1 december 2009 gearresteerd nadat geheimagenten zijn huis hadden overvallen. Hij werd eenzaam opgesloten in cellenblok Sepah en na twee maanden overgeplaatst naar cellenblok 4. Op 7 december bestormden agenten opnieuw zijn huis en arresteerden zijn moeder, Zahra Asadpour Gorji. Ook zij werd eenzaam opgesloten in cellenblok Sepah. Na weken van ondervraging en fysieke en psychische marteling werd ze overgeplaatst naar de vrouwenafdeling. Asadpour en haar zoon werden al eerder gearresteerd wegens het bezoeken van hun dierbaren in kamp Ashraf in Irak. Zij werden na 16 maanden vrijgelaten na het uitzitten van hun straf. Op 8 februari 2010 werden ze door de Revolutionaire Rechtbank veroordeeld tot 1 jaar gevangenis, die in ballingschap in de Zanjan Gevangenis moet worden uitgezeten, en 4 jaar verbanning naar het dorp Qeilar in Zanjan. (Mensenrechten en democratie-activisten in Iran – 12 april 2010)