Het Iraanse regime heeft Shirin Alamhouli, een vrouwelijke Koerdische politieke gevangene op 19 mei 2010 ’s morgens vroeg in de Evin Gevangenis geëxecuteerd. Er was tegen Shirin gezegd dat ze niet terechtgesteld zou worden als ze via interviews aan de staatstelevisie ‘bekende’. Ze weigerde echter samen te werken met het regime.

Shirin werd in 1981 geboren in een dorp in de buurt van Maku. Ze werd in 2008 door agenten van de Revolutionaire Garde gearresteerd. Ze werd de eerste 25 dagen van haar opsluiting gemarteld op een onbekende locatie.

Haar advocaat werd op 3 januari geïnformeerd over haar doodvonnis, maar het eerste gerechtelijke onderzoek naar haar zaak was al onwettig, dus haar advocaat was in beroep gegaan.

In een brief van 2 mei 2010 schreef Shirin over de martelingen waaraan ze in de gevangenis werd onderworpen.

Gedeeltes van deze brief luiden:

“Ik heb drie jaar in de cel gezeten, dat houdt in dat ik drie jaar van mijn leven, waarvan twee zonder rechtsbijstand, achter de tralies van de Evin-gevangenis heb doorgebracht. Ik zat twee jaar in onzekerheid en zonder een bevel tot aanhouding gevangen. Ik kreeg geen reactie als ik mijn onduidelijke situatie aanvocht en uiteindelijk werd ik ter dood veroordeeld.
Ze zeiden me dat ik moest ontkennen dat ik een Koerdische ben, wat voor mij het zelfde is als mezelf te verloochenen “.

Shirin schreef aan haar aanklager en rechter: “Tijdens mijn ondervraging sprak ik uw taal niet eens. Ik heb de afgelopen twee jaar Perzisch geleerd van mijn vrienden in de gevangenis. Maar u verhoorde, berechtte en vonniste mij in uw eigen taal, terwijl ik niet goed kon begrijpen wat er gaande was en mijzelf niet kon verdedigen.

De martelingen bezorgen mij nachtmerries. Iedere dag heb ik pijn en lijd ik aan de gevolgen van de folteringen. De klap die ik op mijn hoofd kreeg heeft tot letsel in mijn hoofd geleid. Soms heb ik hevige hoofdpijn. Zo erg dat ik er bloedneuzen van krijg en soms uren black out ben en niet weet niet wat er om me heen gebeurt”.

De martelingen en druk waaraan Shirin in de gevangenis onderworpen is hebben ook gevolgen voor haar gezichtsvermogen.

“Ze hebben me gevraagd om mee te werken om mijn terechtstelling te voorkomen. Ik weet niet wat dat betekent, met hen meewerken, als ik niets te vertellen heb. Daarom vroegen ze mij om hen na te praten, maar dat heb ik geweigerd. De ondervrager zei: Wij wilden u vorig jaar vrijlaten, maar omdat uw familie niet met ons meewerkte, heeft dat hiertoe geleid. De ondervrager gaf toe dat ik slechts een gijzelaar ben in hun handen en ze zullen mij vasthouden en executeren om hun doel te bereiken, maar ze zullen me nooit vrijlaten.
Shirin Alamhouli – 3 mei 2010.

(Iran News Agency – 7 mei 2010)