De 23-jarige gevangene Mojtaba Haji Nia werd op 12 april gearresteerd in zijn ouderlijk huis in Karaj en naar de Saba basis in Shahriar gebracht. Ene luitenant Majid Golshan eiste dat hij een misdaad zou bekennen die hij niet gepleegd had, maar Haji Nia weigerde dat en zei dat hij niets gedaan had.

Luitenant Golshan paste een marteling toe die de ‘Jujeh Kabab’ (gegrilde kip) genoemd wordt. Deze martelmethode is normaal in Iraanse gevangenissen en wordt gebruikt om bekentenissen van gevangenen los te krijgen. Rug, voeten en handen werden door Golshan met benzine overgoten en verbrand. Hij ging hiermee door tot de gevangene bewusteloos was.

Toen werd Haji Nia naar de ziekenzaal gebracht waar hij enige tijd werd opgenomen wegens zware brandwonden aan zijn rug, handen en voeten. Een paar dagen geleden werd Haji Nia overgebracht naar de Gohardasht gevangenis in Karaj, nog voor zijn brandwonden genezen waren.

Ondanks de brute martelingen heft hij niet bekend. Hij heeft gezegd dat hij onschuldig is en geen enkele misdaad begaan heeft. Op dit moment verkeert hij in onzekerheid en heeft veel pijn. (Human Rights and Democracy Activists in Iran – 16 mei 2010)