Washington Times – Precies twee jaar geleden beleefden de leiders van de Baha’i beweging in Iran hun laatste vreedzame ochtend.
Vier mannen en twee vrouwen – een zevende was al eerder gearresteerd – werden door regeringsbeambten vanuit hun woningen naar een van de beruchtste gevangenissen ter wereld gesleept: de Evin gevangenis in noordwest Teheran.
De zeven stonden bekend als de Vrienden, een leidinggevend kader dat ten dienste stond van de 300.000 leden van de Iraanse Baha’i beweging. Zonder rechtsbijstand te krijgen werden ze beschuldigd van spionage voor Israël, belediging van “religieuze heiligdommen” en propaganda tegen de Islamitische republiek.
‘Deze beschuldigingen, vooral die van spionage, zijn absurd,’ zei Joseph Grieboski, voorzitter van het Instituut voor Religie en Algemeen Beleid in een verklaring na de arrestatie. ‘De arrestatie van de top van de Iraanse Baha’i leiders is gewoon weer een zet om de aanhangers van dit geloof te intimideren en ondermijnen’.
De leiders Fariba Kamalabadi, Mahvash Sabet, Jamaloddin Khanjani, Afif Naeimi, Saeid Rezaie, Behrouz Tavakkoli en Vahid Tizfahm zijn getrouwd en hebben kinderen. Het zijn opticiens, leraren, ingenieurs en industriëlen.
Sinds hun internering 2 jaar geleden zijn ze 3 keer voor de rechtbank verschenen, inclusief de zitting van 12 april achter gesloten deuren waar de familie niet bij aanwezig mocht zijn.
Omdat er militaire ondervragers in de rechtzaal aanwezig waren, weigerden de zeven Baha’i leiders om vragen te beantwoorden.
‘Toen beëindigde de rechter de zitting en hij stelde geen nieuwe datum vast,’ aldus Kit Bigelow, voorzitter van de “National Spiritual Assembly of the Baha’i” van de Verenigde Staten.
Zonder uitzicht op een nieuw proces verblijven de zeven leiders in het Evin gevangeniscomplex, dat ook wel de Iraanse Bastille genoemd wordt. Het is gesitueerd in de nabijheid van een groot park en een luxe restaurant, maar bezit ook een executieplein.
De eerste zes maanden van hun gevangenschap zat ieder van de zeven leden in een isoleercel, en werd door de politie – zonder succes – ondervraagd en onder druk gezet om valse verklaringen af te leggen.
De twee vrouwen werden vervolgens verplaatst naar een cel van 12 bij 15 voet. De vijf mannen delen een andere cel. Ze slapen op een betonnen vloer zonder kussens, en hun cellen hebben geen frisse lucht of daglicht. Ze mogen maar 3 maal per week douchen en hun kleren wassen, en ze mogen maar een beperkte tijd naar buiten om te luchten. De twee vrouwen houden contact met de buitenwereld door een bewaker wekelijks verse groenten voor salades te laten kopen…
‘De Baha’i worden niet beschermd. Hun bloed kan straffeloos worden vergoten’, zei Dwight Bashir, adjunct-directeur voor beleid en onderzoek van de VS Commissie voor Internationale Religieuze Vrijheid (USCIRF). “Ze worden beschouwd als een illegale organisatie of sekte en kunnen wegens afvalligheid naar de gevangenis gestuurd worden. Dit is een klassiek geval van een langdurig ongewenste minderheid, en het beleid van de Iraanse regering toont duidelijk aan dat ze hen willen vernietigen “.
De Baha’i is niet de enige religieuze groepering die wegens hun geloof gearresteerd en uitgemoord wordt. Volgens Abe Ghaffari, hoofd van Iranian Christians International, zijn er ook predikanten terechtgesteld en hun kerken gesloten. In Evin zitten ook enkele christenen gevangen. ‘We vernemen soms pas jaren later dat er christenen gedood zijn,’ zei hij.
Hoewel de islamitische revolutie in 1979 al leidde tot schending van de mensenrechten van religieuze minderheden, heeft de huidige president Mahmoud Ahamdinejad de vervolging nog geïntensiveerd, aldus mensenrechtenorganisaties.
De USCIRF, die haar elfde jaarlijks verslag over godsdienstvrijheid in april heeft uitgebracht, adviseert dat Iran wordt geplaatst onder de categorie “bijzonder zorgwekkende landen’, dat zijn de ergste schenders van religieuze vrijheid ter wereld. (Washington Times – 14 mei 2010)