Mohsen Daneshpour Moqadam, zijn vrouw Motahareh Bahrami, hun zoon Ahmad Daneshpour en twee andere familieleden, Haj Ibrahim Reihaneh Dabagh en Hadi Qaemi, werden op 27 december 2009 in hun woning gearresteerd en zijn tijdens een twijfelachtig geheim proces ter dood en tot lange gevangenisstraf veroordeeld.

Meisam Daneshpour, zoon van Mohsen Daneshpour, zei over de arrestatie van zijn familie: “Ik was die dag niet thuis. Een aantal agenten kwam naar ons huis, ze doorzochten het en arresteerden hen. Ze vertelden dat mijn ouders tijdens de protesten van vorig jaar op straat aangehouden waren. Dat is niet waar, want mijn vader en moeder kunnen moeilijk naar buiten vanwege hun gezondheid”.

Desondanks heeft de Revolutionaire Rechtbank van Teheran deze vijf mensen in april ter dood veroordeeld op beschuldiging van moharebeh (vijandschap met God). De familie werd tijdens de eerste rechtszitting bijgestaan door een toegewezen advocaat.

“Ze kregen een advocaat toegewezen”, zegt Meisam. “Maar een advocaat die pas twee minuten voor het proces op komt dagen om naar hun naam en achternaam te vragen kun je eigenlijk geen advocaat noemen”.

“Voor onze familie was het hetzelfde als geen advocaat hebben”, voegde hij eraan toe.

Gezien de procedure van de arrestatie, het proces en het ontbreken van een advocaat voor de verdediging van hun zaak, lijkt het erop dat Ahmad Daneshpour Moqadam en de andere leden van de familie er in feite alleen van beschuldigd worden dat een van hun zonen in Kamp Ashraf verblijft. Soortgelijke straffen werden in het verleden gegeven om dissidenten af te schrikken.

Mohsen Daneshpour is 67 jaar oud en verkeert in slechte gezondheid. Er is bezorgdheid over zijn gezondheid in de gevangenis …

De doodstraf voor Mohsen en Ahmad Daneshpour werd bevestigd door het hof van onderzoek, terwijl de straf voor Motahareh werd verlaagd tot 10 jaar gevangenis die moet worden uitgezeten in de Gohardasht Gevangenis in Karaj. Haj Ibrahim Reihaneh Dabagh werd veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf die moet worden uitgezeten in de Gohardasht Gevangenis, terwijl Hadi Qaemi werd veroordeeld tot 15 jaar gevangenis uit te zitten in de Gonbad Gevangenis.

Mohammad Sharif, raadsman van de familie, zei dat de procedures in deze zaak onwettig waren.
Na voortdurende inspanningen kon hij eindelijk Motahareh, Reihaneh en Hadi vertegenwoordigen.
“Na het lezen van hun zaak, stelde ik een verdediging op voor de drie lopende zaken en stuurde die naar de 53ste afdeling van het Hof. Helaas kon ik de twee zaken die dienden in de 36ste afdeling van het Hof (de zaken van Mohsen en Ahmad Daneshpour), ondanks voortdurende verzoeken, niet vertegenwoordigen. Ze zeiden steeds dat zij geen advocaten mochten ontvangen voor de Daneshpours. We probeerden het steeds weer bij de 36ste afdeling, al konden we alleen maar hun zaak inzien”, aldus Sharifi.
Ze kregen echter geen toegang tot hun dossiers en konden hen niet vertegenwoordigen.
“Volgens het Hof was het eerste vonnis bevestigd en waren onze verzoeken om hun zaak te bekijken en hen te verdedigen nu niet relevant”. Ondanks al onze inspanningen waren we niet in staat om iets te doen. Ondanks onze voortdurende bezoeken aan gevangenis en rechtbank kregen we geen toegang tot de dossiers van de Daneshpours en liet men ons alleen weten dat de straf was bevestigd”.
“We volgen de zaak nog steeds om te zien of we vanuit een andere hoek kunnen werken, maar tot nu toe is er absoluut geen hoop” …
“De waarheid is dat mijn vader onschuldig is. Mijn broer en de hele familie is onschuldig. Wij hebben vertrouwen in God en hopen dat ze worden vrijgelaten “, aldus Meisam. (Comité Mensenrechten Reporters – 19 juli 2010)