Nasrin Sotodeh is juriste bij het gerechtshof. Naast haar beroep als advocaat werkt ze ook met onofficiële instanties die actief zijn op het gebied van vrouwen- en kinderrechten, en verdedigt ze zaken die betrekking hebben op mensenrechten.
Op het gebied van kinderrechten werkte ze samen met de Children’s Rights Society waar ze twee jaar lid was van de raad van bestuur. Momenteel is zij lid van het Human Rights Defense Center en is zij actief in de 1.000.000 Handtekeningen Actie die het wijzigen van discriminerende wetten wil bewerkstelligen.
Mevrouw Sotodeh is aan de universiteit afgestudeerd in internationaal recht, en hoewel ze in 1996 met succes haar studie heeft afgerond, heeft het acht jaar geduurd voordat ze vergunning kreeg haar beroep als juriste uit te oefenen. Onder invloed van het ministerie van Inlichtingengebuikte werd de afgifte van de vergunning te vertraagd door haar te beschuldigen van politieke connecties,.
Zodra mevrouw Sotodeh haar vergunning gekregen had, accepteerde ze veel zaken die in verband stonden met politiek en sociaal activisme, waarbij ze activisten pro Deo vertegenwoordigde. Onder haar cliënten zijn opmerkelijke figuren, zoals Mohammad-Sadigh Kaboodvand, Omid Mamarian, Roya Toloe’i, Farnaz Saifi, Mansooreh Shoja’i, Talat Taghinia, Parvin Ardalan, Noshin Ahmadi-Khorasani, Khadijeh Moghadam, Ali-Akbar Khosro-Shahi, Maryam Hussein-Khah, Jelveh Javaheri, Nahid Keshavarz, Raheleh Asgari-Zadeh, Nasim Khosravi, Mahbobeh Hussein-Zadeh, Amir Yaghobali, Delaram Ali, Maral Farokhi, Nahid Jafari en Somayeh Farid.
Onder haar cliënten bevinden zich tevens personen onder de 18 en slachtoffers van kindermisbruik.
Voordat mevrouw Sotodeh haar advocatenpraktijk begon, was zij actief in de journalistiek.
In 2008 kreeg mevrouw Sotodeh de eerste prijs van het Internationale Comité van Italiaanse Mensenrechten, een non-gouvernementele organisatie die actief is op mensenrechtengebied. De prijsuitreiking vond plaats op 10 december, de datum van de ratificatie van de Internationale Verklaring over de Mensenrechten en de Internationale Dag van de Mensenrechten. De ceremonie werd gehouden in de stad Murano in Italië.
Toen mevrouw Sotodeh het land wilde verlaten om de prijsuitreiking bij te wonen, kwamen agenten van de veiligheidsdienst tussenbeide. Door het innemen van haar paspoort kon zij niet op reis gaan. Mevrouw Sotodeh’s man en dochter woonden de ceremonie bij en ontvingen de prijs in haar afwezigheid.
Toen mevrouw Sotodeh op 12 juni 2008 naar een huis van bewaring ging om haar cliënten te bezoeken, werd ze door de politie aangehouden en bracht ze een dag door in het Vozara detentiecentrum. Op 14 februari was er een rechtszaak tegen mevrouw Sotodeh en ze werd veroordeeld wegens het verstoren van de openbare orde en het weigeren om politie-instructies op te volgen. De rechtbank heeft nog geen vonnis uitgesproken over deze zaak.
Mevrouw Stodeh is geboren in 1964. Ze trouwde in 1996 en heeft een zoon en een dochter.
DRINGENDE ACTIE
op 4 september 2010 werd mevrouw Nasrin Sotoudeh, een Iraanse mensenrechtenadvocate, gearresteerd. Haar huis en kantoor waren al eerder, op 28 augustus, doorzocht en ze werd gedagvaard om in de rechtszaal te verschijnen. Ze zit momenteel in eenzame opsluiting in de Evin-gevangenis in Teheran. Internationale mensenrechtenactivisten beschouwen haar als gewetensgevangene, die risico loopt op marteling of andere vormen van mishandeling.
Nasrin Sotoudeh heeft veel prominente mensenrechten- en politieke activisten verdedigd, evenals jeugdige delinquenten in de dodencel. Ze heeft gedurende de gerechtelijke procedures tegen haar cliënten in het openbaar gesproken over de tekortkomingen van de rechtsgang en justitie. In de afgelopen maanden is Nasrin Sotoudeh gewaarschuwd dat ze door haar onophoudelijk pleidooi voor haar cliënten kan worden geconfronteerd met represailles. Ook haar man, Reza Khandan, werd gewaarschuwd dat zijn vrouw de verdediging moest stoppen omdat ze anders het risico liep om gearresteerd te worden.
Het is niet bekend of Nasrin Sotoudeh formeel beschuldigd is, maar op de dagvaarding is vermeld: verdenking van “propaganda tegen het systeem” en “samenzwering met als doel de staatsveiligheid te schaden”. Ze heeft nog geen toegang gekregen tot haar advocaat en heeft haar familie nog niet gezien. Naar verluidt mocht ze 8 september een kort telefoongesprek met hen hebben.