Farah Vazehan en nog meer gevangen mensenrechtenactivisten in Iran lopen acuut gevaar om terechtgesteld te worden. In Iran vormen doodvonnissen en executies voor de regering van het regime een werktuig van terreur tegen de bevolking. De doodstraf is in strijd met het belangrijkste recht van de mens – het recht op leven. Wij roepen de internationale gemeenschap van staten op om doeltreffende maatregelen te nemen om de veroordeelden te redden.
In augustus 2010 werd in Teheran de mensenrechtenactiviste Farah Vazehan na zeven maanden in de gevangenis ter dood veroordeeld. Zij werd schuldig bevonden aan deelname aan protesten tegen het regime. Ze werd tevens beschuldigd van contacten met familieleden die actief lid zijn van de Iraanse oppositiebeweging.
Farah Vazehan werd op 29 december 2009, twee dagen na de massale protesten tegen het regime op de Dag van Ashura (27-12-2009) in haar flatgebouw gearresteerd tijdens een razzia door geheime agenten. Sindsdien zit ze in de Evin-gevangenis van Teheran, waar ze meer dan een maand doorbracht in eenzame opsluiting. Door marteling zou zij ertoe gebracht zijn in een televisie-uitzending een bezwarende verklaring tegen zichzelf af te leggen.
De oom van Farah Vazehan werd in 1985 geëxecuteerd wegens steun aan de oppositiebeweging. Ook haar zus zat in de jaren ’80 vier jaar in politieke hechtenis.