19 oktober 2010 – Wrede lijfstraffen zijn in strijd met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, waarin het verbod op  foltering en onmenselijke behandeling is vastgelegd.

Volgens een bericht van 16 oktober van het Iraanse staatspersbureau Fars heeft een rechter in Iran een 21-jarige als straf voor diefstal veroordeeld tot amputatie van een hand. De rechtbank achtte het bewezen dat de man bij een banketbakker chocolade en cacao had gestolen. Omdat hij verzet had geboden tegen de politie en de banketbakkerij schade had toegebracht moet hij ook nog een jaar de gevangenis in.

Afgelopen week nog werd in de gevangenis van de stad Mashhad in noordoost Iran bij een man een hand geamputeerd als straf voor betrokkenheid bij twee overvallen.
Ondertussen werden in stad Gonbad-e-Kavous in noordoost Iran op18 oktober vier mannen in het openbaar gestraft met 75 zweepslagen, aldus de Iraanse staatskrant Kayhan. Ze waren tot lijfstraf veroordeeld wegens “het verstoren van de openbare orde”.

Wrede lijfstraffen zoals amputaties en geselingen zijn ook middelen die het terreurregime tegen de bevolking van Iran inzet. In november 2009 heeft de Iraanse politiechef Asghar Jafari publiekelijk geëist dat de Iraanse justitie bij het bestraffen van dieven weer meer amputatie als strafmiddel moet gaan toepassen.

Amputaties en geselingen zijn wrede, onmenselijke en vernederende straffen volgens het Verdrag tegen foltering van de Verenigde Naties. Ze zijn in strijd met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, waarin het verbod op foltering en onmenselijke behandeling is vastgelegd.
De Verenigde Naties en mensenrechtenorganisaties hebben Iran herhaaldelijk veroordeeld wegens het toepassen van dergelijke sancties en afschaffing hiervan geëist.
Volgens persberichten