Wereldwijd veroordelen mensenrechtenactivisten de recente executie van een vrouw in Iran
2 december 2010 – Na acht jaar gevangenis is de 41-jarige Shahla Jahed op 1 december in de Evin-gevangenis van Teheran opgehangen. Het enige bewijs dat leidde tot haar doodvonnis was een door marteling afgedwongen bekentenis. Mensenrechtenorganisaties, die tot het laatst toe gestreden hebben voor de redding van Shahla Jahed, veroordeelden de executie als een barbaarse daad waarmee weer eens wordt aangetoond hoe het regime in Teheran zijn vrouwenhaat en minachting voor de mensenrechten demonstreert.
“De executie van Shahla Jahed is een voorbeeld van een weloverwogen en koelbloedige moord door de staat. Het is bijzonder verontrustend, omdat er ernstige twijfels zijn over de rechtmatigheid van de gerechtelijke procedure en het gebruikte bewijs “, aldus Malcolm Smart, de verantwoordelijke persoon van Amnesty International voor het Midden-Oosten. “De doodstraf is de meest extreme vorm van wrede, onmenselijke en vernederende bestraffing.”
Bij de openbare rechtszaak trok Shahla Jahed haar door marteling afgedwongen bekentenis in en betuigde haar onschuld keer op keer.
Ontzetting en rouw in Iran
Ook in Iran veroorzaakte de executie van Shahla Jahed veel verbijstering. Daar zetten de vrouwen- en de mensenrechtenactivisten zich al jaren in voor het omzetten van de doodstraf en het vrijlaten van gevangenen. Iraanse mensenrechtenactivisten wezen erop dat geweld tegen vrouwen door het regime wordt ingezet als brute vorm van machtsvertoon. Zij verklaarde:
“Shahla Jahed is slachtoffer van een vrouwvijandig regime. Ze heeft nooit een eerlijk proces gehad en betuigde steeds weer haar onschuld. Onze gedachten zijn bij Shahlas familie en de vele mensen over de hele wereld die zich in de afgelopen jaren voor haar redding ingespannen hebben. Na Shahlas executie zullen we nog harder werken voor de definitieve afschaffing van de doodstraf! De internationale gemeenschap dient inzake de mensenrechten nog meer druk uit te oefenen op het regime in Teheran.”