Een geschokte en emotionele Banafsheh Nayebpour, dochter van de Iraans-Nederlandse Zahra Bahrami, die volgens een bericht van het Fars News Agency in de vroege ochtend van zaterdag 29 januari 2010 is geëxecuteerd, sprak vandaag met de International Campaign for Human Rights in Iran. Ze vertelde dat ze de afgelopen uren steeds werd gebeld door mensen die het nieuws van de dood van haar moeder wilden verifiëren. “Hoe is zoiets mogelijk? We hadden om clementie verzocht, en we hebben nog geen antwoord ontvangen. Mijn moeders andere zaak was ook nog niet beoordeeld. Hoe is het mogelijk dat ze geëxecuteerd werd?” zei ze in ongeloof.

Zahra Bahrami’s dochter werd zaterdag rond 16:00 uur geïnformeerd over de executie van haar moeder door telefoontjes van vrienden en familie. “Ik belde haar advocaat. Zij wist echter ook nergens van. Ik weet niet waar ik nu heen moet, van wie ik informatie kan krijgen. Ik krijg nu van niemand antwoord, want het is buiten kantooruren. Dit houdt in dat mijn moeder vanmorgen, terwijl ik sliep, is gestorven.”

“Hadden ze haar familie en advocaat niet vóór haar executie moeten informeren? We hadden haar vóór haar executie nog moeten bezoeken. Gaat dat zo gemakkelijk – dat mijn moeder er niet meer is op deze wereld? Had ik geen recht om haar nog te zien vóór haar terechtstelling?” aldus een radeloze Banafesheh Nayebpour.

De Iraans-Nederlandse Zahra Bahrami werd in 2009 een paar dagen na de protesten tijdens de Ashura-viering (27 december) gearresteerd wegens het deelnemen aan samenscholing op straat. Enige tijd later werd ze beschuldigd van drugshandel en ter dood veroordeeld. Tijdens haar rechtszaak zei mevrouw Bahrami dat de bekentenissen die ze had gedaan in de gevangenis met geweld waren afgedwongen. In de rechtszaal heeft zij haar bekentenissen ingetrokken. Een welingelichte bron vertelde aan de International Campaign for Human Rights in Iran, dat Zahra Bahrami tijdens haar detentie verhoord werd door het anti-spionage team van de Iraanse inlichtingendienst. Volgens genoemde bron, is Zahra Bahrami de eerste weken in de gevangenis ernstig lichamelijk en psychologisch gemarteld. Ze vertelde haar dochter meerdere malen dat ze door foltering werd gedwongen om valse bekentenissen te doen.

Tijdens een interview eerder deze maand vertelde Zahra Bahrami’s dochter de International Campaign for Human Rights in Iran: “Mijn moeder is Nederlands staatsburger. Ze hebben waarschijnlijk de beschuldiging tegen haar gewijzigd in om deze zaak buiten het bereik van de Nederlandse regering te houden. Ze hebben eerder ook al tegen anderen dergelijke ongegronde beschuldigingen aangevoerd. Maar mijn moeder staat er helemaal alleen voor, dus ze vinden dat ze haar dit kunnen aandoen. Ze weten dat ze niemand heeft om haar te helpen.”