3 februari 2011 -Het Iraanse regime weigert het lichaam van de geëxecuteerde Iraans-Nederlandse vrouw Zahra Bahrami aan haar familie over te dragen.

Zahra Bahrami is vrijdag door het theocratische regime opgehangen. Ze werd in 2009 gearresteerd tijdens massale protesten tegen het regime.

De voorzitter van het Europees Parlement noemde deze week de executie “gruwelijk”en “lafhartig”. Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken verklaarde in krachtige bewoordingen geschokt te zijn door deze daad en beschreef het Iraanse regime als “barbaars”.

Volgens mensenrechten- en democratieactivisten in Iran was Mevr. Bahrami fier en dapper voordat ze werd opgehangen, hoewel ze niet wist wat de bedoeling was toen ze verplaatst werd van haar afdeling.  Ze werd kort daarna naar de galg gevoerd.

Maandag probeerde de dochter van mevrouw Bahrami het lichaam van haar moeder mee te krijgen, maar ze werd weggestuurd door het Ministerie van Inlichtingen en Veiligheid (MOIS).

Naar verluidt werd mevrouw Bahrami d.m.v. zware psychische en fysieke marteling door het regime gedwongen tot “televisiebekentenissen”.

Onder toenemende druk van mensenrechtenorganisaties en de Nederlandse media en overheid wegens de  onmenselijke behandeling van mevrouw Bahrami probeerde het regime, ondanks dat zij om politieke redenen gearresteerd was, het ophangen te rechtvaardigen door te beweren dat ze van drugsbezit werd beschuldigd.

Volgens uitspraken van voormalige VN-functionarissen staat het regime erom bekend politieke gevangenen te executeren onder het mom van kleine misdrijven zoals het bezit van drugs.

Na de terechtstelling van mevrouw Bahrami heeft de Nederlandse overheid aangekondigd dat de diplomatieke betrekkingen met de moellahs worden bevroren.