9 februari 2011 – Een meerderheid van de parlementsleden wil dat de overheid de mogelijkheid onderzoekt om Iran voor het Internationaal Hof van Justitie in Den Haag te dagen teneinde het land te dwingen toe te staan dat Nederlandse functionarissen Nederlanders helpen die in Iraanse gevangenissen zijn terechtgekomen, aldus het tijdschrift Elsevier.
Dinsdag hebben kamerleden vóór een dergelijke motie gestemd. Het debat was een gevolg van de executie afgelopen weekend van Zahra Bahrami, die de Nederlands-Iraanse nationaliteit had.
Nederland heeft sindsdien de diplomatieke betrekkingen met Iran bevroren en haar ambassadeur teruggeroepen.

Al-Mansouri

Het NRC wijst erop, dat een andere persoon met de Nederlands-Iraanse nationaliteit, Abdullah Al-Mansouri, in 2009 door Iran tot 30 jaar gevangenis is veroordeeld op beschuldiging van terrorisme.

Al-Mansouri, die in Iran geboren is, is in 1988 als vluchteling naar Nederland gekomen en was actief lid van de mensenrechtenorganisatie Amnesty International en de groene partij GroenLinks.

Hij werd tijdens een bezoek aan Syrië in mei 2006 gearresteerd en uitgeleverd aan Iran.

Terroristen

Toen de ruzie over de executie verhevigde beschuldigde Iran Nederland dinsdag van steun aan terroristen.

Volgens berichten in de media zei de woordvoerder van het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken, Ramin Mehmanparast, op zijn wekelijkse persconferentie dat Nederland ‘beweert beschaafd te zijn’, maar tegelijkertijd de belangen verdedigt van criminelen, drugsdealers en terroristen.

Nederland maakt van ‘een onverdedigbare drugszaak een mensenrechtenzaak en gebruikt politieke druk’, aldus werd hij door AFP geciteerd.