Door David Alton, 11 April 2011 – Op 6 April, vroeg in de morgen, bestormden 2500 Iraakse militairen het terrein van de belangrijkste oppositie beweging van Iran, de Muhajedin Organisatie van Iran (MEK). Zij doodden daarbij meer dan 30 mensen, en verwondden vele anderen. Onder de doden waren vele vrouwen.

In een vergelijkbare aanval in juli 2009, hebben de troepen van Nuri al-Maliki een dozijn mensen gedood en 500 mensen verwond.

Deze incidenten hebben duidelijke overeenkomsten. Beide aanvallen waren met voorbedachten rade en met de intentie om veel slachtoffers te maken onder de ongewapende inwoners van het kamp.  De gewapende troepen die betrokken waren bij de aanval ontvingen hun orders van al-Maliki zelf.

Er is echter nog een, niet zo duidelijke, overeenkomst tussen de twee incidenten. Zij gebeurden beiden terwijl de minister van defensie, Robert Gates, in Bagdad was. In feite gebeurden beide aanvallen slechts uren nadat al-Maliki en Robert Gates elkaar ontmoetten.

Hoewel Gates geen kennis heeft gehad van wat al-Maliki van plan was, kan dit nauwelijks toeval zijn. Er zijn echter niet zoveel opties: Ofwel Nuri al-Maliki heeft een soort van groen licht ontvangen van Gates, of hij heeft willen demonstreren dat hij een soort overeenkomst heeft met de VS, of hij minacht de mening van de VS.

Enkele bronnen binnen de regering van het naburige Iran hebben onthuld dat de commandanten van de Iraanse Revolutionaire garde hadden gesuggereerd dat al-Maliki een “implicite overeenkomst” had met Robert Gates gedurende hun ontmoeting op 7 April – Een dag voor de slachtpartij.

Wat meer dan curieus is dat de troepen van al-Maliki vijf dagen van te voren zich in positie manoeuvreerden, met pantser voertuigen en andere militaire voertuigen.  Normaal gesproken heeft de VS een hele kleine vertegenwoordiging om Camp Ashraf te beschermen tegen ongelukken.  Maar plotseling op donderdag avond 6 April trok de kleine eenheid zich terug en vertrok uit Ashraf.

Deze vertoning was zo vreemd klaar voor een slachting, dat elke toeschouwer het gevaar kon zien aankomen.  Ook was de VS geïnformeerd over de mogelijke gevaarlijke situatie en de enige nog mogelijke bescherming van de inwoners van Camp Ashraf, de kleine Amerikaanse eenheid werd teruggetrokken.  Als deze kleine eenheid was gebleven dan was niets van dit alles gebeurd. Waarom is deze kleine eenheid teruggetrokken, juist voordat de Iraakse troepen begonnen met hun agressie.

Welnu dit is geen complot-theorie artikel.

We hebben het over het verlies van veel mensenlevens. We houden de mogelijkheid open dat minister Gates niet het minste idee had van wat er op het punt stond te gebeuren. Of misschien dat eens te meer de Irakezen garanties hadden gegeven dat ze humaan zouden optreden als ze Camp Ashraf zouden betreden!!  Dit is moeilijk te geloven, natuurlijk, gezien het verleden van Nuri- al – Maliki. Minister Gates heeft zeker een moeilijke taak om deze toevallige samenloop uit te leggen.  In elk geval – als medeschuld is uitgesloten – is verdere uitleg zeer zeker nodig.

President Obama heeft slechts een optie:  het beschermen van de inwoners van Ashraf. De VS hebben verantwoordelijkheid voor de bescherming van Ashraf. Indien Nuri al-Maliki vastbesloten is om te voldoen aan het verzoek van het Iraanse regime en doorgaat met het plegen van gruwelijke misdaden dan moet hij een stevige reactie van de internationale gemeenschap verwachten. Hij kan hier niet mee doorgaan onder het voorwendsel van “soevereiniteit”. Hij moet er aan worden herinnerd hoe hij aan de macht kwam.

Camp Ashraf ligt ongeveer 100 km van de Iraans-Iraakse grens. Voor wat betreft de Iraanse Mulla’s is dit te dichtbij.  De Iraanse Ayatolla’s hebben herhaaldelijk de regering van al-Maliki gevraagd om het kamp te sluiten, en droevig genoeg is al-Maliki hen zeer ter wille om de Iraanse Mulla’s te plezieren, hetgeen hij vaak heeft laten zien.

De MEK is verbannen in Iran, en aanhangers van de organisatie kunnen dood en marteling verwachten als ze worden ontdekt en gearresteerd daar.  Terwijl het Iraanse regime heel hard probeert het belang van de groepering af te doen als zijnde een onpopulaire kleine groepering, doet de inspanning van het regime om deze beweging te bestrijden anders vermoeden.  In feite wint de MEK terrein in het westen, en met toenemende steun in de parlementen van Europa, inclusief het Europese parlement.

In de naweeën van de Iraanse opstand beschuldigen aanhangers van de Ayatolla’s de MEK van de onrust, waarbij gevangen genomen demonstranten worden beschuldigd van het zijn van “Mohareb”, wat genoeg is om ter dood te worden veroordeeld.
Ondertussen danst, Nuri al-Maliki, een stroman van Iran, naar de pijpen van de Ayatolla’s. En hij doet dit graag, wanneer anderen de prijs hiervoor betalen.

Het is tijd dat al-Maliki luistert naar het volk van Irak, en naar de stemmen van die Irakezen die fundamentele veranderingen willen, in plaats van naar de fundamentalisten in Teheran.

David Alton is lid van het House of Lords in het Verenigd Koninkrijk