3 mei 2011 – Tijdens een bezoek aan Irak heeft een delegatie van het Europees Parlement het terugtrekken van het Iraakse leger uit Ashraf geëist, alsmede medische verzorging van de gewonden en een onderzoek naar het bloedbad van 8 april waardoor 35 ongewapende burgers om het leven kwamen.

De voorzitter van de permanente delegatie van het Europees Parlement voor betrekkingen met Irak, Struan Stevenson, heeft op 29 april in een persbericht verklaard dat onder zijn leiding een delegatie van Europese parlementsleden tijdens een meerdaags bezoek aan Irak scherpe kritiek heeft geuit op de acties van Iraakse troepen tegen Iraanse dissidenten in Ashraf.

Tijdens ontmoetingen met hooggeplaatste Iraakse regeringsfunctionarissen en parlementariërs hebben de Europarlementariërs het bloedbad van 8 april gekenmerkt als een schending van de fundamentele mensenrechten, aldus Stevenson.

Bovendien werd het optreden tegen de bewoners van Ashraf beschouwd als minachting van de besluiten van het Europees Parlement, dat de Iraakse regering in twee resoluties had gevraagd om de mensenrechten van de 3.400 bewoners van Ashraf te respecteren en zich te onthouden van het gebruik van geweld.

De voorzitter van de delegatie van het Europarlement voor betrekkingen met Irak zei dat de delegatie bereid was om te bemiddelen, om samen met de Europese Unie, de Verenigde Staten en de Verenigde Naties een lange termijn oplossing te zoeken voor de Ashraf-crisis.

Voorwaarde hiervoor is het terugtrekken van de militairen uit Ashraf, het verstrekken van medische zorg voor de gewonden, het beëindigen van de belegering van het kamp en het herstel van het normale vreedzame leven daar. Ook moet een onafhankelijk onderzoek naar het bloedbad van 8 april worden uitgevoerd en degenen die verantwoordelijk zijn voor de moord op 35 ongewapende burgers ter verantwoording worden geroepen.

Ondanks de uitdrukkelijke wens van de Europarlementariërs om Ashraf te bezoeken weigerden de Iraakse autoriteiten hen toestemming daarvoor.

Op 8 april 2011 hebben Iraakse troepen op verzoek van Teheran een bloedbad aangericht in Kamp Ashraf (ten noordoosten van Bagdad), de thuisbasis van de Iraanse oppositie. Tot nu toe eiste de vooraf geplande militaire aanval 35 doden – waarvan acht vrouwen – onder de burgers, terwijl meer dan 300 inwoners van Ashraf gewond raakten. De meesten liepen schotwonden op.