“Amnesty vraagt in het bijzonder om een garantie van de Irakese regering dat er niets wordt ondernomen om de bewoners van Ashraf gedwongen naar Iran te doen terugkeren.”
In een verklaring van 13 juli heeft Amnesty International aan de Irakese regering gevraagd om de rechten van Iraanse ballingen, die in Kamp Ashraf in Irak wonen, te respecteren en te beschermen.
De mensenrechtenorganisatie wijst erop dat de basisgezondheidszorg van de mensen in Ashraf nog steeds wordt bemoeilijkt door de Irakese autoriteiten en dat zij bijna geen medische verzorging in ziekenhuizen van hun keuze kunnen krijgen. Amnesty deed een dringende oproep aan Irak om de humanitaire en medische voorzieningen van Ashraf zonder beperkingen te waarborgen.
In de verklaring staat o.a.: “Amnesty heeft er bij de Irakese regering bij diverse gelegenheden op aangedrongen om de mensenrechten van de inwoners van Kamp Ashraf respecteren, de aanvallen van de Irakese veiligheidstroepen op het kamp te onderzoeken en degenen die verantwoordelijk zijn voor moord, marteling en andere mensenrechtenschendingen te berechten. In het bijzonder verzoekt Amnesty om een garantie van de Irakese regering dat er niets wordt ondernomen om de bewoners van Ashraf gedwongen naar Iran te doen terugkeren.”
Op 8 april 2011 veroorzaakten Irakese troepen op verzoek van Teheran een bloedbad in Kamp Ashraf ten noorden van Bagdad. De militaire aanval eiste 36 doden – waaronder acht vrouwen – en meer dan 300 gewonden onder de burgers die er wonen. Kamp Ashraf in Irak is al 25 jaar een toevluchtsoord voor Iraanse dissidenten, die in Iran martelingen en massa-executies riskeren. Er wonen ongeveer 3400 mensen, onder wie 1000 vrouwen. Het regime in Teheran heeft aan de Irakese regering gevraagd om het kamp te vernietigen en de daar wonende tegenstanders van het regime naar Iran te deporteren.