Patrick Kennedy: In Ashraf is het een kwestie van leven of dood!

12 augustus 2011 – Tijdens een internationale conferentie op 10 augustus in Genève, waaraan gerenommeerde mensenrechtenactivisten, juristen en parlementariërs uit Zwitserland en andere Europese landen en de Verenigde Staten deelnamen, is een oproep gedaan aan de VN om dringend maatregelen te nemen teneinde een nieuw bloedbad in Kamp Ashraf in Irak te voorkomen. De 3400 Iraanse oppositieleden die daar wonen lopen nog steeds groot gevaar slachtoffer te worden van militair geweld en deportatie.

De conferentie deed een dringend verzoek aan de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen en de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN om spoedmaatregelen te treffen om de collectieve status van de inwoners van Ashraf als politieke vluchtelingen te erkennen en daardoor internationale bescherming mogelijk te maken. Bovendien werd de stationering van een VN-waarnemingsmissie in Ashraf geëist alsmede een onderzoek, onder leiding van de VN, naar het bloedbad van 8 april 2011.

Ingrid Betancourt, die zes jaar in Colombia gegijzeld werd: “De dreiging van Irak om Kamp Ashraf aan het einde van het jaar te sluiten is de aankondiging van genocide.”

Aan de Irakese regering werd gevraagd om te voldoen aan de oproep van VN-secretaris-generaal om Ashraf te beschermen. VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon heeft begin juli er bij de Irakese regering met nadruk op aangedrongen zich te onthouden van geweld en de toelevering van verzorgingsgoederen en -diensten voor de mensen in Kamp Ashraf te waarborgen. Ban Ki-moon wees de regering van Irak erop, dat het onderzoek naar de aanslagen op de bewoners van Kamp Ashraf in april nog steeds in behandeling is, en pleitte voor een vreedzame oplossing die voor alle partijen acceptabel is.

Onder de deelnemers van de conferentie in Genève waren:

  • Irene Khan, vele jaren secretaris-generaal van Amnesty International en hoofd van de UNHCR missie tijdens de Kosovo-crisis in 1999
  • Ingrid Betancourt, mensenrechtenactiviste en voormalig Colombiaans presidentskandidaat, die in Colombia zes jaar in gijzeling werd gehouden
  • Eric Sottas, secretaris-generaal van de in Genève gevestigde Wereldorganisatie tegen foltering (OMCT)
  • John Prendergast, een prominente Amerikaanse mensenrechtenactivist
  • Professor Eric David, hoogleraar Internationaal Recht aan de Universiteit van Brussel
  • Dr Juan Garces, expert op het gebied het internationaal recht en pleitbezorger voor de eisende partij in het onderzoek van het Hooggerechtshof van Spanje tegen de daders van het bloedbad in Ashraf van april 2011. In de 90-er jaren is Dr Garces betrokken geweest bij de vervolging van de voormalige Chileense machthebber Augusto Pinochet.
  • Anne-Marie Lizin, erevoorzitter van de Belgische Senaat
  • Patrick Kennedy, neef van John F. Kennedy en voormalig Congreslid van de V.S.

Achtergrond:

Op 8 april 2011 veroorzaakten Irakese troepen op verzoek van Teheran een bloedbad in Kamp Ashraf ten noorden van Bagdad. De vooraf geplande militaire aanval eiste 36 levens en kostte meer dan 300 gewonden onder de Iraanse oppositieleden die daar wonen. Het bloedbad werd wereldwijd – ook door de Europese Unie en de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN – veroordeeld.

De 29-jarige Saba Haftbaradaran, die bij het bloedbad van Ashraf gewond was geraakt, enkele uren voor haar dood in april 2011. Ze is een van de acht vrouwen die bij het bloedbad om het leven kwamen.

Zoals eerder ook al het geval was, is het kamp, waarin alleen  burgers wonen,  door Irakese troepen afgesloten van de buitenwereld en gedeeltelijk bezet. De verbannen Iraniërs in Ashraf leven onder de constante dreiging onder dwang uit het kamp gezet  en naar Iran gedeporteerd te worden.
Kamp Ashraf in Irak is al 25 jaar een toevluchtsoord voor Iraanse dissidenten, die in Iran het risico lopen van martelingen en massa-executies. Er wonen ongeveer 3400 mensen, onder wie 1000 vrouwen. Het regime in Teheran wil het kamp vernietigen en de daar wonende tegenstanders van het regime naar Iran deporteren.