Precies een jaar nadat zeven jonge netizens ( gebruikers van het internet) bij een reeks invallen door agenten van de inlichtingendienst werden opgepakt, herhaalt Reporters Without Borders de oproep tot hun vrijlating die het op 23 februari deed in een brief aan Navanethem Pillay, de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties, en ayatollah Sadegh Amoli Larijani, hoofd van de rechterlijke macht in Iran.

Iman Masjedi, Amir Latifi, Mohammad Reza Gholizadeh, Ladan Mostoufi Ma’ab, Hanieh Sate Farshi, Hojat Nikoui en Sepehr Ebrahimi, studenten in de leeftijd van 19 tot 28 jaar, werden op 17 en 18 juli 2010 opgepakt en daarna ten onrechte aangeklaagd wegens antiregeringspropaganda, ‘het beledigen van wat heilig is’, acties tegen de nationale veiligheid ‘in samenwerking met organisaties die tegen de Revolutie zijn’, het beledigen van de Profeet  en moharebeh (vijandigheid jegens God). Dit zijn volgens het Iraanse strafrecht misdaden waarvoor men ter dood veroordeeld kan worden.

Een revolutionaire rechtbank in Teheran trok de aanklachten wegens het beledigen van de Profeet en moharebeh op 16 april in, maar desondanks werden er zware straffen uitgesproken. Masjedi en Ebrahimi kregen een gevangenisstraf van 8 jaar opgelegd, Gholizadeh en Farshi kregen 7 jaar, Nikoui en Ma’ab 5 jaar, en Latifi kreeg 7 jaar plus 74 zweepslagen.

De advocaten en families van deze gedetineerden werden pas kortgeleden op de hoogte gesteld van de vonnissen.
Hun situatie is inmiddels zeer zorgwekkend. Na hun arrestatie werden ze opgesloten in afdeling 209 van de Evin-gevangenis in Teheran en onder druk gezet om toe te geven dat ze een antireligieus netwerk van godslasteraars hadden opgezet.

Ze werden onderworpen aan langdurige eenzame opsluiting en folteringen om hen tot de bekentenissen te brengen die tijdens hun proces tegen hen werden gebruikt. Hun advocaten kregen geen toestemming om met hen te spreken en het vervolgingsdossier in te zien.

De zeven netizens zijn inmiddels allemaal ziek en kampen door de behandeling die ze hebben ondergaan met ernstige lichamelijke en psychische klachten. Ma’ab en Farshi worden vastgehouden in afdeling 5 van de vrouwengevangenis in Gohardacht. Masjedi en Gholizadeh bevinden zich in afdeling 350 van de Evin-gevangenis. Nikoui, Ebrahimi en Latifi zitten vast in de Rajaishahr-gevangenis in Karaj, een plaats ten noordwesten van de hoofdstad.

Deze gevangenis staat vanwege de martelingen, verkrachtingen en moorden die er plaatsvinden te boek als een van de slechtste in Iran. Hun levens zijn in gevaar. Enkele van hen zijn gewond geraakt doordat ze door medegevangenen zijn aangevallen met een mes.

De rechten van gevangenen worden in Iran met voeten getreden. Met de gezondheid van de gedetineerden wordt geen rekening gehouden. Hossein Ronaghi Maleki, een blogger die op 13 december 2010 werd gearresteerd en vervolgens tot een gevangenisstraf van 15 jaar werd veroordeeld, zit nog steeds vast hoewel hij een nieroperatie heeft ondergaan en zijn gezondheidstoestand inmiddels hoogst onrustbarend is.

Hij krijgt niet de behandeling die hij nodig heeft en zou kunnen overlijden in de gevangenis. Daarnaast wordt hem de maandelijkse verlofdag onthouden die gedetineerden normaliter krijgen.

Het komt in Iran geregeld voor dat dissidenten onevenredig zware straffen opgelegd krijgen. Saeed Malekpour en Vahid Asghari werden in januari van dit jaar ter dood veroordeeld wegens antiregeringsacties en het beledigen van de islam. Het vonnis tegen Malekpour werd herroepen, maar hij zit nog steeds vast. Navid Khanjani, een jonge blogger, werd in januari 2010 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar.

Het geval van de zeven netizens is niet uniek. Sakhi Righi, de beheerder van de blog Balochistan-s, werd op 18 juni 2009 gearresteerd in Zahedan, zijn geboorteplaats, en kreeg 20 jaar, de zwaarste gevangenisstraf die ooit is opgelegd aan een Iraanse blogger, wegens het verspreiden van valse informatie en acties ter ondermijning van de nationale veiligheid.
Vanwege zijn repressieve wetten en met name omdat het 22 journalisten en 16 netizens in detentie blijft houden, staat Iran 175-ste in de rangschikking van 178 landen op de meest recente persvrijheid-index van Reporters Without Borders en behoort het tot de lijst van ‘Vijanden van het Internet’ van Reporters Without Borders.
(Reporters Without Borders – 18 juli 2011)