Dit verslag wil een – zij het incompleet — beeld tonen van de voortdurende misdaden tegen de onderdrukte bevolking van Iran in de maand September en vraagt om hulp om hun geschonden rechten te herstellen.

Het Iraanse regime kondigde in de negende maand van 2011 de executies van 57 mensen aan. Vier personen werden in het openbaar opgehangen, waaronder de 17 jaar oude Alireza Molla Soltani die zei dat hij in paniek raakte en Ruhollah Dadashi een messteek toebracht in zelfverdediging nadat de atleet hem in het donker aanviel, volgens lokale mediaberichten.

Ruhollah Dadashi zou Alireza Molla-Soltani tijdens een ruzie met zijn vuist in het gezicht hebben geslagen en hem tegen de auto hebben gesmeten.
Een groep onafhankelijke mensenrechtendeskundigen van de VN heeft de executie veroordeeld en opnieuw opgeroepen tot een onmiddellijke stopzetting van de doodstraf in Iran.

“Wij zijn uiterst verontwaardigd over het voortzetten van executies in Iran ondanks de afkeuring van de internationale gemeenschap en onze herhaalde oproepen tot een moratorium”, zeiden de deskundigen inzake mensenrechten in Iran, over standrechtelijke executies, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, en martelingen vrijdag in een persbericht.

“Elke veroordeling tot de doodstraf voor jongeren onder de 18 en hun executie is onverenigbaar met de internationale verplichtingen van Iran,” benadrukten zij.
“De executie van een 17-jarig kind uitermate schokkend, in het bijzonder wanneer dit wordt uitgevoerd in het openbaar. Dit is onmenselijk voor alle betrokkenen, met inbegrip van degenen die er getuige van zijn,” zei Hassiba Hadj Sahraoui, waarnemend directeur van Amnesty International in het Midden-Oosten en Noord-Afrika.

Ondertussen verkneukelde het staatspersbureau Fars zich over de ‘grote aantallen toeschouwers en de aanwezigheid van vrouwen en kinderen’ tijdens de executie van een andere man geïdentificeerd als ‘Sajad’ in de vroege ochtenduren.

In de voortdurende golf van geheime massa-executies werden 66 gevangenen opgehangen in diverse Iraanse gevangenissen. In totaal werden in één maand meer dan 123 personen opgehangen in Iran.

Het Iraanse regime heeft deze maand eigenmachtig 14 personen vermoord. De meesten waren Koerdische grensbewoners. Het is opmerkelijk dat veiligheidstroepen het vuur openden op Koerdische bewoners die zij alleen maar verdachten  van het bezit van smokkelwaar; dit heeft de afgelopen maanden geleid tot tientallen doden. Deze grensbewoners zien zich gedwongen om zware goederen op hun rug te vervoeren om in leven te blijven en hun gezinnen te voeden.

Volgens berichten zijn er in september 53 mensen ter dood veroordeeld, waaronder een vrouw geïdentificeerd als Mahtab in de dodencel in Teheran.

Staatsmedia meldden de geseling van een vrouwelijke politieke activiste geïdentificeerd als Somayeh Tohidlu in Evin Gevangenis. Zij is een Ph.D.-studente aan de universiteit van Teheran. Zes anderen werden gegeseld in diverse steden in Iran na aanklachten van wat het regime ‘beroving’ noemt.

De bovenstaande feiten zijn slechts enkele voorbeelden van schendingen van de mensenrechten in de maand september. In dit korte verslag kan maar een klein percentage van de duizenden dagelijkse mensenrechtenschendingen in Iran worden vermeld.