22 september 2011 – De executie, waarmee het regime in Teheran opnieuw het volkerenrecht heeft geschonden, is internationaal scherp veroordeeld.
Volgens het Iraanse staatspersbureau is de 17-jarige Alireza Molla-Soltani op 21 september in de stad Karaj, ten westen van Teheran, in het openbaar geëxecuteerd (foto). Hij werd op pijnlijke wijze gewurgd door hem aan een kraan op te knopen. Daarmee negeert het regime in Teheran weer op de vertrouwde manier de internationale protesten om te stoppen met het executeren van minderjarigen.
De 17-jarige was beschuldigd van een moord, die hij op 17 juli is zou hebben gepleegd. Molla-Soltani heeft steeds volgehouden dat hij handelde uit zelfverdediging omdat hij werd aangevallen. Toch veroordeelde een rechtbank de 17-jarige op 20 augustus ter dood. De Iraanse rechterlijke macht regelde een snelle executie.
Internationaal zorgde deze zaak voor grote verontwaardiging en protesten. De Noorse regering eiste het stopzetten van de executie. Adjunct-directeur van Amnesty voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika, Hassiba Hadj Sahraoui, wees erop dat Teheran de internationale verdragen heeft ondertekend. Daarin wordt het executeren van minderjarigen ten strengste verboden.
Markus Loening, de Duitse Federale Commissaris voor Mensenrechtenbeleid en Humanitaire Hulp bekritiseerde: “Door de openbare opknoping van een minderjarige treedt Iran het internationaal recht met voeten, waartoe het land zich zelf heeft verplicht om na te komen.” De Bondsregering blijft zich inzetten voor de universele afschaffing van de doodstraf.
Volgens het persbureau AFP zijn in Iran sinds het begin van dit jaar 202 mensen geëxecuteerd, volgens Amnesty waren daar in april drie minderjarigen bij. Op 20 september werd er ook al iemand in het openbaar verhangen op een plein in de wijk Narmak van Teheran.
Meer informatie: Amnesty International, Regering Noorwegen.