Reporters Without Borders veroordeelt in felle bewoordingen een nieuwe golf van arrestaties onder Iraanse journalisten in de voorbije weken. De volgende journalisten zijn tussen 1 augustus en 27 september zonder reden van officiële zijde opgepakt:

  • Hamid Moazeni, een blogger en journalist die voor diverse lokale kranten in de zuidoostelijk gelegen stad Bushehr werkt.
  • Ali Dini Torkamani, een schrijver en econoom die bijdragen levert aan het online-magazine Alborznet.
  • Hadi Ahmadi, een journalist die werkt voor het nieuwsagentschap ISNA in Karaj, een stad twintig kilometer ten noordwesten van Teheran.
  • Mehrdad Sarjoui, een in Teheran woonachtige journalist die voor diverse Engelstalige kranten schrijft.
  • Amir Mehdi Alamehzadeh, een journalist die voor het nieuwsagentschap ILNA in Teheran werkt.
  • Ebrahim Rashidi, een journalist van het weekblad Bayram in de noordwestelijk gelegen stad Ardabil.
  • Faranak Farid, een schrijfster en vertaalster die bijdragen levert aan de Feminist School-website. Ze is op 3 september opgepakt in de noordwestelijk gelegen stad Tabriz.

Op 7 en 8 september zijn, zoals reeds gemeld, leden van de staf van Majzooban Nor, een website die Iraanse soefi’s ondersteunt, opgepakt tijdens acties van agenten van het ministerie van Inlichtingenzaken, opnieuw zonder dat er van officiële zijde een reden voor is gegeven.

De volgende mensen zitten nog altijd vast: Alireza Roshan, een boekrecensent van het nieuwsblad Shargh, Ali Akrami, redacteur van de blog Sheydagooyi), Ali Straki, Mehdi Hossini, Mehdi Osanlo, Hamid Moradi, Mehran Rahbari, Mostafa Abdi, Nosrat Tabassi, Ali Moazemi en Reza Entesari.

Deze vastzittende journalisten worden hun rechten onthouden. Ze hebben geen toegang tot hun eigen advocaat. Sommigen van hen, zoals Mehrdad Sarjoui, zitten al weken in eenzame opsluiting. Anderen, zoals Faranak Farid, zijn mishandeld. Hun families worden bedreigd met vergeldingsmaatregelen als ze praten met de media.

Reporters Without Borders is daarnaast verbolgen over de manier waarop de diverse inlichtingendiensten journalisten en intellectuelen intimideren in een poging hen te dwingen tot samenwerking met het regime en collega’s te verraden. Verscheidene vastzittende journalisten gaan gebukt onder depressiviteit na op deze manier onder druk te zijn gezet. Anderen die niet in de gevangenis zitten zijn het land ontvlucht om te ontkomen aan deze vorm van intimidatie.

De journaliste Narges Mohammadi is ondertussen tot een gevangenisstraf van 11 jaar veroordeeld wegens samenwerking met het Human Rights Defenders Centre, ‘samenzwering tegen de Islamitische Republiek’ en antiregeringspropaganda. Tot haar arrestatie was ze woordvoerster van het Centre en een naaste collega van Shirin Ebadi, de Nobelprijswinnares voor de Vrede.

Ahmad Reza Ahmadpour, een theoloog en redacteur van de website Silent Echo (http://www.pejvak-kh.com)  die sinds 18 juli vastzit, is op 26 september tot een gevangenisstraf van drie jaar en tot tien jaar binnenlandse ballingschap veroordeeld op beschuldiging van het verspreiding van valse informatie waarin kritiek werd geuit op de regering. Ahmadpour, een geestelijke en blogger uit de heilige stad Qom, werd eerder in december 2009 al een keer opgepakt en tot een jaar gevangenis veroordeeld wegens een vergelijkbare aanklacht. In de gevangenis schreef hij destijds een open brief aan VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon om aandacht te vragen voor zijn arrestatie.

Volgens de hervormingsgezinde website Kalameh is Chari Mohammad Moradof, een staatsburger van Turkmenistan die in de voorbije 26 maanden heeft vastgezeten in de Evin-gevangenis in Teheran, tot een gevangenisstraf van 21 jaar veroordeeld op beschuldiging van spionage en antiregeringspropaganda. Moradof, een student en vertaler, werd gearresteerd toen hij kort na de omstreden herverkiezing van president Mahmoud Ahmadinedjad in juni 2009 een straatprotest filmde.
(Reporters Without Borders – 28 september 2011)