Marzieh Vafamehr, de vrouw van Naser Taqvani en actrice in de film ‘My Tehran for Sale’ die in juli werd gearresteerd, is tot een jaar gevangenisstraf en 90 zweepslagen veroordeeld. (Kalameh-website – 9 oktober 2011).

Australië spreekt verontwaardiging uit over vonnis tegen Iraanse actrice

Canberra heeft er dinsdag bij Iran op aangedrongen de mensenrechten van zijn burgers te respecteren nadat een Iraanse actrice was veroordeeld tot 90 zweepslagen omdat ze met een onbedekt en geschoren hoofd had meegespeeld in een Australische film. Kevin Rudd, de minister van Buitenlandse Zaken van Australië, toonde zich ‘diep bezorgd’ over berichten dat Marzieh Vafamehr tot een jaar gevangenisstraf en zweepslagen was veroordeeld vanwege haar rol in de film ‘My Tehran for Sale’. ‘De Australische regering veroordeelt de toepassing van wrede, onmenselijke of vernederende behandelingen en straffen en maakt zich ernstig zorgen naar aanleiding van berichten dat Marzieh Vafamehr is veroordeeld tot een gevangenisstraf van een jaar en 90 zweepslagen vanwege haar rol in een Australische film,’ zei een woordvoerder van Rudd tegenover AFP. ‘De Australische regering dringt er bij Iran op aan de rechten van alle Iraniërs en buitenlanders te eerbiedigen.’

Op zondag verscheen een artikel over de veroordeling van Vafamehr op de Iraanse oppositiewebsite Kalameh-com, waarin verder vermeld stond dat haar advocaat beroep zal aantekenen tegen het vonnis. Het Iraanse persbureau Fars zei dat de film niet was goedgekeurd voor distributie in het land en illegaal in omloop was gebracht. De film uit 2008, die geheel is opgenomen in Teheran en werd geregisseerd door de Iraans-Australische Granaz Moussavi, gaat over een jonge actrice in de Iraanse hoofdstad wier werk door de autoriteiten wordt verboden.

Het is, aldus het in Adelaide gevestigde productiebedrijf Cyan Films, nooit de bedoeling geweest de onafhankelijke lowbudgetfilm uit te brengen in Iran, en de verspreiding ervan via de zwarte markt in Teheran is ‘volledig buiten medeweten’ van het bedrijf gegaan. De Cyan-producenten Kate Croser en Julie Ryan zeiden dat ze verbijsterd en ontzet waren over het vonnis tegen Vafamehr, waartegen haar advocaten in beroep zullen gaan, en weerspraken de beschuldiging van de rechtbank dat er zonder toestemming was gefilmd. ‘Wij willen onze grote ontsteltenis en droefheid over het vonnis uitspreken,’ zeiden Croser en Ryan in een verklaring. ‘Wij blijven Marzieh en haar familie steunen door hun wens te respecteren de zaak en het beroep de daartoe geëigende wettelijke kanalen te laten volgen.’

Ze benadrukten dat de rol van Vafamehr zich had beperkt tot acteren ‘en dat ze op geen enkele manier achter de schermen betrokken was geweest bij het maken van de film’, en stelden daarnaast vraagtekens bij de zwaarte van het vonnis in de context van andere films. ‘De producenten zijn bekend met verscheidene andere Iraanse films waarin actrices optreden met een geschoren hoofd en zonder hijab, zodat het nieuws van de veroordeling van Marzieh in dit opzicht zonder precedent is,’ aldus Cyan.

‘My Tehran for Sale’ beleefde zijn première op het Filmfestival van Adelaide in 2009 en is vertoond bij andere gelegenheden, waaronder het Filmfestival van Rotterdam en in het kader van het Global Lens Program van het Museum of Modern Art in New York. De film is gedeeltelijk gefinancierd door de South Australian Film Corporation. SAFC-directeur Richard Harris heeft gezegd dat de organisatie ‘alle mogelijke hulp zal bieden om Marzieh vrij te krijgen’. ‘Wij vinden het verschrikkelijk dat Marzieh Vafamehr is veroordeeld omdat ze heeft meegespeeld in de baanbrekende film van Granaz Moussavi, die gaat over de risico’s die kunstenaars en artiesten bereid zijn te nemen om hun creativiteit tot uiting te brengen,’ zei hij. (AFP – 11 oktober 2011)