Volgens een lokale zegsman hebben vier Koerdische broers, die bijna 14 maanden geleden werden aangehouden door de veiligheidsdiensten in de steden Bukan en Mahabad, zware straffen gekregen. Volgens deze bron werden twee van de broers onlangs ter dood veroordeeld op beschuldiging van vijandschap tegen God en de anderen werden veroordeeld tot vijf jaar gevangenis op beschuldiging van handelen tegen de nationale veiligheid. De moeder van de vier politieke gevangenen overleed twee weken geleden nadat de doodvonnissen voor twee van haar zonen waren uitgesproken.
Bronnen uit mensenrechtenkringen zeggen ook dat deze vier broers (Ali, Rozgar, Jafar en Vali Afshar) na hun arrestatie vier maanden lang werden ondervraagd en gemarteld in de strafinrichtingen van de veiligheidsdienst in Mahabad en Orumieh. In die tijd kon hun familie hen niet bezoeken en kreeg ook geen informatie over hun toestand.
De bron zei dat de officier van justitie hen beschuldigde van vijandschap tegen God en het samenwerken met Koerdische groeperingen. Hun zaak werd verwezen naar het Revolutionaire Hof. Ze mochten zelf geen advocaat kiezen, maar kregen vier advocaten toegewezen die mededeelden dat ze hun cliënten niet konden verdedigen.
De zegsman zei: “Deze mannen werden op 5 december 2011 berecht in het Revolutionaire Hof van Mahabad op beschuldiging van vijandschap tegen God en het samenwerken met Koerdische goeperingen. Alleen de slotzitting werd gehouden in aanwezigheid van de hen toegewezen advocaten. Ali en Rozgar (Habib) Afshari kregen op 16 januari in de Orumieh gevangenis te horen dat ze ter dood waren veroordeeld op beschuldiging van vijandschap tegen God. Jafar en Vali Afshari werden daarvan vrijgesproken, maar ze werden veroordeeld tot vijf jaar gevangenis wegens het handelen in strijd met de nationale veiligheid.”
Alle vier de gevangenen zijn in beroep gegaan en de zaak is verwezen naar het Hof van Beroep van West Azerbeidzjan. Met name Ali Afshar, die bij zijn arrestatie werd neergeschoten, verkeert in slechte lichamelijke gezondheid. Hij werd twee weken geleden wegens zijn slechte gezondheid en zware bloedingen geopereerd in een ziekenhuis in Orumieh. Daarna moest hij onmiddellijk terug naar de gevangenis van Orumieh”. (International Campaign for Human Rights in Iran – 7 februari 2012)