De Iraanse mensenrechtenadvocaat Abdolfattah Soltani is veroordeeld tot 18 jaar gevangenis op grond van politiek gemotiveerde beschuldigingen.
De Iraanse autoriteiten moeten het vonnis van 18 jaar cel dat recent is opgelegd aan de vooraanstaande mensenrechtenadvocaat Abdolfattah Soltani vernietigen en hem onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrijlaten, heeft Amnesty International gezegd. Het is onbekend of de advocaat op de hoogte is gesteld van het vonnis van het Revolutionaire Hof in Teheran, dat zijn familie en advocaat zondag ter ore kwam.
Abdolfattah Soltani werd op 10 september 2011 gearresteerd. Hij is onder meer beschuldigd van ‘het verspreiden van propaganda tegen het systeem’, ‘het oprichten van een verboden oppositiegroep’ en ‘het organiseren van bijeenkomsten en samenzweren met het doel de nationale veiligheid in het geding te brengen’. Verder is hij beschuldigd van ‘het aanvaarden van een verboden prijs en verboden inkomsten’, wat verband houdt met het feit dat hij in 2009 de Internationale Mensenrechtenprijs van Neurenberg in ontvangst heeft genomen.
Amnesty International heeft de 58-jarige advocaat – een van de grondleggers van het Centrum voor Mensenrechtenverdedigers – in het verleden erkend als eengewetensgevangene die louter wordt vastgehouden vanwege het vreedzaam uitoefenen van zijn recht op de vrijheid van meningsuiting en vergadering, waaronder zijn werk als advocaat en in het Centrum.
‘Er kan weinig twijfel zijn dat Abdolfattah Soltani, een van de meest vooraanstaande en moedige mensenrechtenverdedigers van Iran, wordt vervolgd vanwege zijn legitieme werk als advocaat,’ aldus Ann Harrison, interim-onderdirecteur van het Midden-Oosten en Noord-Afrika Programma van Amnesty International. ‘Het is een trieste zaak wanneer advocaten samen met hun cliënten worden vastgezet. De Iraanse autoriteiten moeten dit vonnis vernietigen en hem onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrijlaten.’
Krachtens de gerechtelijke uitspraak mag Abdolfattah Soltani 20 jaar lang zijn beroep niet uitoefenen en moet hij van de Evin-gevangenis in Teheran overgebracht worden naar een gevangenis in de stad Borazjan ongeveer 1000 kilometer ten zuidwesten van de hoofdstad, waardoor het voor zijn familie moeilijk is om hem te bezoeken. Zijn familie hebben de media verteld dat hij van plan is in beroep te gaan tegen de uitspraak.
Functionarissen van het ministerie van Inlichtingen hadden Abdolfattah Soltani voorafgaand aan zijn proces bedreigd met 20 jaar gevangenis. In november 2011 vertelde Mohammad Javad Larijani, een functionaris van de Iraanse rechterlijke macht, op een VN-persconferentie dat Abdolfattah Soltani werd vastgehouden op verdenking van ‘banden met terroristische groepen’ die verantwoordelijk waren voor het doden van 10.000 mensen in Iran. De familie van de advocaat vertelde later aan Amnesty International dat hij ronduit ontkent zich hieraan schuldig te hebben gemaakt en hoopte een juridische klacht te kunnen indienen tegen de bewering van Mohammad Larijani.
Abdolfattah Soltani is in het verleden een aantal keren opgepakt. In 2005 zat hij zeven maanden vast, maar werd hij uiteindelijk vrijgesproken van alle beschuldigingen. Verder heeft hij in 2009 twee maanden in een cel gezeten.
Amnesty International heeft in een vorige week uitgebracht rapport gedocumenteerd dat er sprake is van een escalatie in de maatregelen van de Iraanse autoriteiten tegen de vrijheid van meningsuiting in de aanloop naar de parlementsverkiezingen, die zondag gehouden zijn.
In de afgelopen jaren zijn steeds meer mensenrechtenadvocaten, onder wie verdedigers van vrouwenrechten, bedreigd, opgepakt en gevangengezet en zijn diverse ngo’s verboden, waaronder het Centrum voor Mensenrechtenverdedigers.
Minstens negen andere advocaten zitten nog achter de tralies, onder wie Nasrin Sotoudeh, Mohammad Seyfzadeh, Javid Houtan Kiyan en Mostafa Daneshju. De meeste zo niet alle worden door Amnesty International erkend als gewetensgevangene.
‘Een toename van bedreigingen en strafmaatregelen voor mensenrechtenadvocaten en anderen met afwijkende opvattingen in Iran is opnieuw een teken van de algehele verslechtering van de mensenrechtensituatie in het land,’ zei Ann Harrison. ‘Mensenrechtenverdedigers – onder wie advocaten – proberen het recht op de vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering te beschermen. Wanneer ze in de gevangenis worden gegooid vanwege hun vreedzame activiteiten, is dat een ontmoedigende boodschap voor iedereen die zich wil uitspreken tegen de regering.’ (Amnesty International – 5 maart 2012)