12 april 2012 – Reporters Without Borders roept op tot de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van Mohammad Solimaninya, een internet- en sociaal netwerk deskundige, die de afgelopen drie maanden wordt vastgehouden en volgens onze informatie onder druk wordt gezet om voor de overheid werken aan het creëren van een “Nationaal Internet.”
Solimaninya runde U24, een sociaal netwerk voor Iraanse professionals met tienduizenden gebruikers. Hij heeft ook websites gemaakt en gehost voor veel Iraanse maatschappelijke organisaties, NGO’s en intellectuelen.

Na een oproep om te verschijnen voor een revolutionaire rechtbank in Karaj, een stad 20 km ten noorden van Teheran, werd hij op 10 januari gearresteerd. Ambtenaren van de inlichtingendienst doorzochten zijn huis op diezelfde dag en namen zijn computer, harde schijven en cd’s in beslag. De afgelopen maand zit hij in sectie 209 van de Evin-gevangenis van Teheran, waar hij naar verluidt onder zware druk wordt gezet om mee te werken aan het project Nationaal Internet.

Voorafgaand aan zijn arrestatie werd hij ook al herhaaldelijk opgeroepen en ondervraagd door de inlichtingendienst, die probeerde om hem de controle over de websites die hij beheerde te ontnemen. Volgens zijn familie is hij nu voor de tweede keer in hongerstaking uit protest tegen de manier waarop hij wordt vastgehouden. Tot nu toe is hij nog nergens van beschuldigd en justitie dwong hem om een verklaring te ondertekenen dat hij niet kan voldoen aan de voorwaarden voor een borgtocht.

Iran staat sinds kort op de tweede plaats als ’s werelds grootste gevangenis voor netizens, na China en voor Vietnam. In totaal 19 bloggers en cyber-dissidenten zitten momenteel in Iran gevangen, en vier van deze netizens zijn ter dood veroordeeld.

Intussen ontkenden de Iraanse autoriteiten gisteren de mediaberichten dat, als onderdeel van de implementatie van het Nationale Internet, in mei de stekker permanent uit het internationale internet zal worden getrokken, wat de regering in het verleden meerdere malen heeft gemeld.

In een verklaring vergeleek het ministerie van informatietechnologie de rapporten met een 1 april grap die door de media en “buitenlandse koloniale kringen” wordt gebruikt om Iran in diskrediet te brengen.

Reporters Without Borders schreven in het hoofdstuk Iran van hun rapport “Vijanden van Internet” van 12 maart: “Iraniërs die het filtersysteem van de censuur niet kunnen of durven omzeilen zijn gedoemd een door het regime goedgekeurde versie van het web te gebruiken, dat betekent een van elke politieke, sociale en religieuze kritiek ‘gezuiverd’ internet. Het nationale internet is al jaren een realiteit, dus de aankondiging van de lancering ervan komt voort uit politieke en nationalistische motieven. ”

Het rapport vroeg zich ook af hoe dit “schone internet” opgezet zou worden. “Gaat het regime naar een tweeledig internet met aan de ene kant toegang tot het World Wide Web voor de regering, religieuze leiders, de Revolutionaire Garde en grote bedrijven, en aan de andere kant voor de overgrote meerderheid van de bevolking beperkt tot een gecensureerd Intranet? Als dit het geval is, maken de autoriteiten zich schuldig aan ernstige discriminatie van de eigen bevolking – een onvervalste digitale apartheid “.