Een rechtbank van de veiligheidsdienst in Teheran heeft bepaald dat de man van de mensenrechtenadvocate Nasrin Sotoudeh, Reza Khandan, en haar 13-jarige dochter Mehraveh Khandan niet naar het buitenland mogen reizen. Reza en Mehraveh Khandan ontvingen beiden een uitspraak en een oproep van Afdeling Twee van de zich naast de Evin-gevangenis bevindende rechtbank, die veiligheidszaken behandelt.

De rechtbank heeft de twee familieleden van Nasrin Sotoudeh geïnformeerd dat het hun verboden is om naar het buitenland te reizen, en heeft hen opgeroepen voor de rechtbank te verschijnen als ze bezwaar hebben tegen de uitspraak. Het is niet duidelijk waarom Mehraveh Khandan als minderjarig kind van een politieke gevangene zo’n verbod opgelegd heeft gekregen. Dit is de eerste keer dat een dergelijk vonnis is uitgesproken tegen een kind van een politieke gevangene.

De brief met de oproep is gedateerd op 20 juni 2012, en de deadline voor het aantekenen van bezwaar tegen de uitspraak is gesteld op 20 dagen na die datum.

Nasrin Sotoudeh, een vooraanstaande mensenrechtenadvocate, werd op 21 september 2010 gearresteerd en op 8 januari 2011 veroordeeld tot 11 jaar gevangenis, een verbod om 20 jaar lang het beroep van advocaat uit te oefenen en een verbod van 20 jaar om naar het buitenland te reizen op beschuldiging van ‘handelen tegen de nationale veiligheid’, ‘samenspanning en propaganda tegen de Islamitische Republiek’ en ‘lidmaatschap van de Defenders of Human Rights Center’. Het tegen haar uitgesproken vonnis werd daarna in zijn geheel bevestigd door een hof van beroep.