De speciale VN-rapporteur over de mensenrechtensituatie in Iran, Ahmed Shaheed, en de speciale rapporteur inzake de vrijheid van godsdienst of overtuiging, Heiner Bielefeldt, toonden zich vandaag verheugd over de vrijlating van een christelijke dominee, die beschuldig was van afvalligheid. Zij spraken echter hun diepe bezorgdheid uit over de arrestatie en detentie van honderden christenen in de afgelopen jaren.
Zij riepen de autoriteiten op ‘het huidige klimaat van vrees waaronder veel kerken, met name protestants evangelische kerken, moeten werken te wijzigen.

De speciale rapporteur voor Iran was verheugd over de vrijspraak en het ontslag uit de gevangenis eerder deze maand van pastor Youcef Nadarkhani, die drie jaar in de gevangenis doorbracht wegens beschuldigingen die volgens hem geen strafbare feiten zijn in het huidige Wetboek van Strafrecht van Iran.
‘Het besluit van de Iraanse rechterlijke macht om pastor Nadarkhani vrij te laten is te prijzen,’ aldus de mensenrechten deskundige. ‘Maar de vraag blijft waarom hij drie jaar de gevangenis in moest, blijkbaar wegens het beoefenen van zijn religie, een recht dat is vastgelegd in de eigen grondwet van Iran en in het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, die het land in 1975 geratificeerd heeft. ‘

De van oorsprong islamitische heer Nadarkhani is op zijn negentiende christen geworden en werd lid van een protestantse kerk in Rasht. Hij werd in oktober 2009 gearresteerd op beschuldiging van afvalligheid. In september 2010 werd hij schuldig bevonden en ter dood veroordeeld wegens afvalligheid en evangelisatie, na een rechtszaak waarbij, volgens de speciale rapporteur, de garanties op een eerlijk proces niet werden toegepast.

Het Hooggerechtshof bevestigde het vonnis met het voorbehoud dat, tenzij de beklaagde het christendom zou afzweren, hij zou worden opgehangen.
Begin september 2012 verminderde de Iraanse justitie de beschuldiging van pastor Nadarkhani tot ‘de evangelisatie van moslims,’ en verlaagde zijn straf tot de drie jaar die hij al gezeten had. Gebaseerd op zijn eigen interviews en verslagen van verschillende NGO’s schat de heer Shaheed dat in het hele land sinds juni 2010 meer dan 300 christenen willekeurig zijn gearresteerd en gedetineerd, en dat ten minste 41 personen zijn vastgehouden voor perioden variërend van een maand tot meer dan een jaar, soms zonder officiële aanklacht.

‘Tal van andere christenen blijken vast te zitten wegens hun godsdienst,’ aldus de onafhankelijke deskundige, die erop wees dat kerken aanhoudend melden dat ze geprest worden om een opgave te doen van hun leden. Dit lijkt een poging om bekeerlingen onder druk te zetten en te detineren, in weerwil van de artikelen 13, 14, en 26 van de Iraanse grondwet die de rechten van christenen en anderen beschermen.

De speciale rapporteur inzake de godsdienstvrijheid, de heer Bielefeldt, zei: ‘Iran beschikt over de juridische basis om het recht op vrijheid van godsdienst voor christenen te garanderen, en dient ervoor te zorgen dat dit recht in de praktijk ook wordt verleend.
‘Alle zaken tegen personen, die gearresteerd en vervolgd worden wegens het uitoefenen van het recht op vrijheid van godsdienst en levensovertuiging moeten grondig en onafhankelijk beoordeeld worden. Niemand mag gearresteerd worden wegens het vreedzaam uitoefenen van het recht op vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, meningsuiting en vereniging’, aldus de heren Shaheed en Bielefeldt.

De speciale rapporteur inzake de godsdienstvrijheid riep ook op tot de bescherming van andere religieuze minderheden, zoals de bahá’ís, Yarsanis, Derwisjen en andere religies, geloven of overtuigingen, die niet door de Iraanse grondwet erkend worden.
In zijn rapporten  aan de Algemene Vergadering en aan de Mensenrechtenraad van de VN heeft de heer Shaheed zijn ernstige bezorgdheid geuit over vermoedelijke schendingen van de mensenrechten tegen christenen, Baha’i en andere religieuze minderheden in Iran. (website VN Genève – 20 september 2012)