16 januari 2013 – De Iraanse autoriteiten moeten onmiddellijk hun systematische vervolging van protestanten en christelijke bekeerlingen beëindigen, aldus de Internationale Campagne voor Mensenrechten in Iran in een nieuw rapport dat 16 januari is gepubliceerd.
Het uitgebreide rapport van73 pagina’s, “de prijs van het geloof: vervolging van christelijke protestanten en bekeerlingen in Iran”, laat een patroon zien in het schenden van de rechten van protestantse bekeerlingen in Iran, waardoor hun hele leven wordt beïnvloed: ze worden ernstig beperkt en kampen met willekeurige arrestaties en detentie wegens het uitoefenen van hun religie, zelfs hun recht op leven wordt door de staat geschonden door de doodstraf en onwettige executies wegens afvalligheid.
“De grove schendingen van de rechten van christenen, die niet alleen geen vrijheid hebben om hun religie uit te oefenen, maar ook door staatsambtenaren bedreigd worden met marteling en dood, is tegen elke internationale wetgeving. De internationale gemeenschap moet de Iraanse regering laten weten dat dit onaanvaardbaar .
Het rapport is gebaseerd op interviews tussen april 2011 en juli 2012 met 31 christenen in heel Iran, op uitgebreide getuigenissen van Iraanse christenen, juristen die in Iran christenen vertegenwoordigen, christelijke advocaten, en Iraanse christelijke journalisten, alsmede op relevante Iraanse rechterlijke uitspraken, religieuze bevelschriften van sjiitische juristen en Iraanse wetten.
In het rapport worden de systematische willekeurige arrestaties en detenties van christelijke bekeerlingen gedocumenteerd. Farshid Fathi bijvoorbeeld, een 33-jarige christelijke leider uit Teheran werd in december 2010 als onderdeel van een kerstcampagne tegen christenen vastgenomen en vervolgens beschuldigd van “handelen tegen de nationale veiligheid”, “contact met vijandige buitenlandse landen,” en “religieuze propaganda”. De rechterlijke macht veroordeelde hem tot zes jaar gevangenis die hij momenteel uitzit.
Sinds 2005 worden de protestanten meestal door de autoriteiten gearresteerd en vervolgd op grond van misdaden tegen de staatsveiligheid. Ahmed Shaheed, de speciale VN-rapporteur voor de mensenrechten in Iran, merkte in september 2012 op dat sinds 2010 meer dan 300 christenen in het hele land willekeurig zijn gearresteerd en gedetineerd.
Christelijke gedetineerden krijgen vaak geen eerlijk proces en fundamentele rechten worden hen geweigerd. Ze worden langdurig vastgehouden zonder formele aanklacht, krijgen bij hun proces geen advocaat, of, indien er al een raadsman is, krijgt die geen inzage in de juridische dossiers, en tijdens de detentie komt er veel mishandeling voor.
Toonaangevende Iraanse functionarissen beweren, zonder enige onderbouwing, dat christelijke bekeerlingen deel uitmaken van een door het buitenland geïnspireerde “zachte oorlog” tegen de staat. Hojjat Al-Islam Abbas Kaebi, een lid van de invloedrijke Vereniging van Deskundigen, beweerde in oktober 2010: “… de zionisten en westerlingen hebben [via christelijke bekeerlingen] de identiteit van onze samenleving en de religie van ons volk aangevallen.”
In talloze interviews met de SMV vertelden christelijke bekeerlingen over een stelselmatig patroon van misbruik door de overheid. De vrijheid om hun religie uit te oefenen wordt ernstig beperkt: sinds de revolutie van 1979 weigert de overheid elke vergunning om een nieuwe kerk te laten bouwen, kerkbezoek wordt beperkt en vele kerken zijn gesloten, de belangrijkste uitgever in Iran van Bijbels in de Perzische taal is gesloten en de distributie van Bijbels wordt beperkt, en bovendien worden kerkelijke groeperingen gecontroleerd en lastig gevallen.
Uit onderzoek van SMV blijkt dat ondervragers, officiers van justitie en rechters consequent normale christelijke gebruiken zoals lidmaatschap van een huisgemeente, evangelische activiteiten en deelname aan een christelijke conferentie, als strafbare feiten beschouwen, en dat veiligheidsagenten routinematig bij de arrestaties normale Christelijke voorwerpen, zoals Bijbels, religieuze literatuur, en kruisen in beslag nemen.
Het rapport vermeldt ook duidelijk en stelselmatig bewijs van levensbedreiging voor christelijke bekeerlingen.
Een vooraanstaande christelijke pastor, Hossein Soodmand, werd door de staat wegens afvalligheid in 1990 geëxecuteerd; andere kerkleiders werden wegens afvalligheid ter dood veroordeeld, waaronder de christelijke pastor Youcef Nadarkhani, die later alleen door sterke internationale druk is vrijgesproken. Het onderzoek van de Internationale Campagne voor Mensenrechten in Iran onthulde talrijke meldingen over veiligheidsfunctionarissen die christelijke gedetineerden bedreigen met executie wegens afvalligheid, en talrijke verdachte sterfgevallen van christelijke leiders die dermate gebrekkig zijn onderzocht dat medeplichtigheid van de overheid aan moorden en cover-ups sterk wordt gesuggereerd.
In het rapport wordt ook de systematische discriminatie van christelijke protestanten en bekeerlingen inzake werkgelegenheid, onderwijs, huwelijks- en gezinswetgeving, en wetboek van strafrecht van Iran gedocumenteerd.
Op grond van artikel 18 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR), is Iran verplicht om de vrijheid van godsdienst te waarborgen. Terwijl de Iraanse regering verklaart dat zij de rechten van de erkende religieuze minderheden respecteert, doet zij dat in de praktijk niet.
Toon Uw pad aan mij, Uw dienaar,
en leid me in Uw richting.
Leid mij naar Uw waarheid en onderricht me;
Begeleid en bewaar me al mijn dagen.
Heer, ik weet dat Uw woord waar is,
en met gretige verwachting
verlaat ik me de hele dag op U
als de God van mijn heil.