22 maart  2013 – 26 tegen 2 stemmen voor verlenging mandaat VN Speciaal Rapporteur voor Mensenrechten in Iran.
De SMV  is verheugd over het met 26 tegen 2 stemmen aangenomen besluit van de VN Mensenrechtenraad om het mandaat van de Speciaal Rapporteur voor de mensenrechten in Iran voor het derde opeenvolgende jaar te verlengen. Tevens spoort de SMV de Iraanse autoriteiten aan om samen te werken met de Speciaal Rapporteur en hem toegang te verlenen tot het land.
In zijn meest recente rapport over de mensenrechten in Iran, gepresenteerd op 11 maart jongstleden, beschreef Speciaal Rapporteur Ahmed Shaheed “een situatie waarin civiele, politieke, economische, maatschappelijke en culturele rechten worden ondermijnd en geschonden in de wet en in de praktijk.” Ook beschreef hij zijn herhaalde pogingen om samenwerking te verkrijgen van de Iraanse overheid. Iraanse autoriteiten blijven Shaheed de toegang tot het land echter ontzeggen, en de Iraanse vertegenwoordiger in de Mensenrechtenraad gaf zich opnieuw over aan persoonlijke aanvallen tegen de Speciaal Rapporteur tijdens de 22e zitting van de Raad.
Er waren 26 stemmen vóór en 2 stemmen tegen de verlenging van Ahmed Shaheeds mandaat, met 17 onthoudingen.

Nadat Shaheed zijn rapport had gepresenteerd aan de Raad op 11 maart 2013, verkoos de leider van de Iraanse delegatie en voorzitter van de Iraanse Mensenrechtenraad, Mohammad Javad Larijani, om de Speciaal Rapporteur persoonlijk aan te vallen, in plaats van te reageren op de inhoud van zijn rapport. Naar aanleiding van de persoonlijke aanvallen van Larijani maande de president van de VN-Mensenrechtenraad de Raad om tijdens de discussies het decorum te bewaren, met de woorden: “Ik moet wel opmerken dat de mandaathouder in deze opmerkingen tot een doelwit werd. . . . Er dienen geen persoonlijke aanvallen te worden gedaan tegen de Speciaal Rapporteur.”

VN Speciaal Rapporteur Shaheed presenteerde zijn meest recente rapport over de mensenrechten in Iran aan de Mensenrechtenraad op 11 maart . Sinds de aanvang van zijn mandaat in 2011 heeft de Speciaal Rapporteur 409 vraaggesprekken gevoerd “met primaire bronnen in binnen- en buitenland,” stelt het rapport, waaronder 169 vraaggesprekken gevoerd tussen september en december 2012 en ingediend voor het rapport van maart 2013.

“Er blijven wijdverbreide systemische en systematische schendingen van de mensenrechten plaatsvinden in de Islamitische Republiek Iran. . . . Bovendien kweekt een gebrek aan overheidsonderzoek en redres in het algemeen een cultuur van straffeloosheid, waarmee de impact van de door Iran geratificeerde instrumenten ter bevordering van de mensenrechten wordt verzwakt,’ stelt het rapport.

Deze verlenging van het mandaat van de Speciaal Rapporteur versterkt de internationale druk op Iran om de schendingen van de mensenrechten aan te pakken en een zinvolle samenwerking met VN-mechanismes aan te gaan. Sinds de instelling van het mandaat heeft de Speciaal Rapporteur vier diepgaande rapporten uitgegeven over de mensenrechtensituatie in Iran. Andere berichten van de VN secretaris-generaal, resoluties over de situatie van de mensenrechten in Iran door de Algemene VN-vergadering , een inspectie van Iran’s naleving van de ICCPR door de Mensenrechtencommissie, een advies uitgegeven door de Werkgroep Willekeurige Detentie, en verscheidene Universele Periodieke Reviews voegen zich bij het oordeel van de Speciaal Rapporteur, die “een kennelijke toename in de mate van ernst van de mensenrechtenschendingen in de Islamitische Republiek Iran” vaststelt.