4 mei 2013 – Openbare massa-executies stapelen zich op. De executiepraktijken in Iran staan volgens verklaringen van VN-experts gelijk aan willekeurige moordpartijen.
Volgens berichten van mensenrechtenactivisten en Iraanse staatsmedia zijn in Iran sinds 10 april minstens 40 personen geëxecuteerd. Veel van de terechtstellingen waren in het openbaar. Hier enkele voorbeelden:
Op 2 mei vonden in de gevangenis van de centraal Iraanse stad Arak vier executies plaats.
Op 28 april werd het doodvonnis van twee gevangenen uit de Khorein-gevangenis in de stad Varamin voltrokken. Khorein staat bekend als vernietigingskamp, net als het beruchte Kahrizak.
Op 24 april vond de executie plaats van twee jonge mannen in de noordoost Iraanse stad Mashhad, en op 27 april die van vier gevangenen in Kerman, een andere gevangene, de 28-jarige Hamid Khoshnam, stierf in Zahedan.
Twee jonge Afghanen zijn op 21 april geëxecuteerd in de centrale gevangenis van Mashhad, en vier andere gevangenen – onder wie twee vrouwen – stierven een dag later in de Dizel-Abad-gevangenis van Kermanshah.
Op 17 april stierf een gevangene in de Gohardasht-gevangenis in Karaj. Op 20 april werden meerdere gevangenen in het geheim groepsgewijs opgehangen in een gevangenis in de stad Birjand, daarbij zou ene 31-jarige Ali Arang zijn geweest.
Op 16 april werden in de zuid Iraanse stad Shiraz negen gevangenen geëxecuteerd. Zes van hen zijn in het openbaar opgehangen op drie verschillende locaties in de stad, de anderen stierven aan de galg in de Adelabad-gevangenis van Shiraz.
Iran heeft in verhouding met het bevolkingsaantal het hoogste executiepercentage ter wereld. Openbare massa-executies stapelen zich op. Doodvonnissen en executies zijn in Iran een werktuig van het regime om de bevolking door een sfeer van terreur te intimideren.
De meeste gevangenen worden wegens drugsdelicten ter dood veroordeeld. De doodvonnissen in Iran volgen op oneerlijke processen, die meestal achter gesloten deuren en zonder aanwezigheid van een verdediger plaatsvinden. Veel mensen worden op grond van gedwongen bekentenissen veroordeeld.
Volgens het internationaal recht kan “een doodvonnis slechts worden opgelegd voor de meest ernstige misdrijven”.
Mensenrechtenorganisaties van de VN zoals het Comité Mensenrechten en de speciale rapporteur voor buitengerechtelijke, standrechtelijke of willekeurige executies hebben bevestigd dat drugsdelicten niet onder de categorie “ernstigste misdrijven” vallen. De executiepraktijken in Iran staan volgens verklaringen van VN-experts gelijk aan willekeurige moordpartijen.