7 oktober 2013 – Mensenrechtenactivisten wijzen op de aanhoudende massa-executies in Iran en eisen effectieve maatregelen van de internationale gemeenschap.
Ter gelegenheid van de Werelddag tegen de doodstraf, die jaarlijks op 10 oktober wordt gehouden, hebben mensenrechtenactivisten gewezen op de aanhoudende massa-executies in Iran en de wereldgemeenschap opgeroepen tot dringende tegenmaatregelen.
Ook onder de nieuwe president van het regime, Rouhani, die zich aan de wereldgemeenschap voordoet als “gematigd”, neemt de golf van executies in Iran niet af. Volgens berichten van mensenrechtenactivisten en Iraanse staatsmedia zijn er in Iran meer dan 200 mensen geëxecuteerd sinds de presidentsverkiezingen van medio juni. Onder hen was een aantal jonge vrouwen en mannen die als minderjarige ter dood waren veroordeeld. Duizenden gevangenen wachten in Iran nog op hun executie, daaronder veel mensen uit etnische minderheden.
Iran heeft het hoogste executiepercentage ter wereld in verhouding tot de bevolking. Mensenrechtenorganisaties hebben voor 2012 tenminste 580 executies gedocumenteerd, een van de hoogste aantallen van de laatste vijftien jaar. Het werkelijke aantal executies in Iran ligt waarschijnlijk veel hoger. Men vermoedt dat er in 2012 alleen al in de Vakilabad-gevangenis van de noordoost Iraanse stad Mashhad 325 geheime executies hebben plaatsgevonden.
Het aantal openbare executies is ook drastisch omhooggegaan. In 2012 vonden minstens 60 executies in Iran in het openbaar plaats. Die trend zet zich ook in 2013 door. In de eerste zes maanden van het jaar waren er minstens 37 openbare executies.
2012 en 2013 waren er opnieuw executies van personen, die ten tijde het misdrijf minderjarig waren, hetgeen een directe schending is van de door Iran geratificeerde kinderrechtenconventie CRC. Amnesty International hoorde van de openbare executie van een jeugdige delinquent in maart 2012, in januari en februari 2013 zijn er nog twee personen geëxecuteerd die ten tijde van hun misdrijf waarschijnlijk tieners waren.
De doodvonnissen in Iran zijn vaak het gevolg van oneerlijke processen, die meestal achter gesloten deuren en zonder de aanwezigheid van een verdediger plaatsvinden. Veel mensen worden veroordeeld op grond van gedwongen bekentenissen.
In Iran werd de doodstraf in 2012 en 2013 ook toegepast wegens louter politieke motieven . Waarschijnlijk zijn veel doodvonnissen, die zijn uitgesproken wegens gewone misdrijven of ” terrorisme “, in werkelijkheid bedoeld om politieke tegenstanders uit te schakelen. Vooral leden van etnische minderheden zoals Koerden, Arabieren of Iraanse Azeri worden vaak beschuldigd van “Moharebeh ” (vijandschap tegen God ) en krijgen dan de doodstraf. Het Iraanse wetboek van strafrecht adviseert bij Moharebeh de doodstraf of amputatie van rechterhand en linkervoet. Mensenrechtenactivisten gaan ervan uit dat er in 2012 ten minste 23 mensen in Iran wegens Moharebeh ter dood zijn veroordeeld.
Doodvonnissen en executies zijn in Iran een instrument van het regime om de bevolking door het scheppen van een sfeer van terreur te intimideren en protesten in de kiem te smoren. De executiepraktijken in Iran staan volgens verklaringen van VN- experts gelijk aan willekeurige moordpartijen . De doodstraf is de meest onmenselijke van alle sancties en schendt het belangrijkste mensenrecht – het recht op leven .
Catherine Ashton , hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid , heeft herhaaldelijk opgeroepen tot het wereldwijd afschaffen van de doodstraf: “De doodstraf is een wrede , onmenselijke en onomkeerbare maatregel, die het fundamentele mensenrecht op leven en waardigheid schendt . In het geval van gerechtelijke dwaling – waar geen enkel wettelijke systeem immuun voor is – betekent het een onomkeerbaar verlies van een mensenleven, hetgeen verschrikkelijk is. De doodstraf kan begane misdaden niet terugdraaien, noch de dood van een slachtoffer goedmaken. De doodstraf moet eindelijk tot het verleden behoren.”